hoofdzaak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·zaak
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van hoofd: belangrijker, hoogste en zaak: ding
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdzaak hoofdzaken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hoofdzaak v/m

  1. belangrijkste punt, voornaamste kwestie, wezenlijke deel, kern
    • Jammer dat het medicijn vies smaakt, maar hoofdzaak is dat je beter wordt. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
    1. «in (de) hoofdzaak»
      wat de belangrijkste dingen betreft; afgezien van details

    Gangbaarheid

    • Het woord hoofdzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
    100 %van de Nederlanders;
    100 %van de Vlamingen.
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.