hoofdzaak
Nederlands
Woordafbreking
- hoofd·zaak
Zelfstandig naamwoord
hoofdzaak v/m
- belangrijkste punt, voornaamste kwestie, wezenlijke deel, kern
- Jammer dat het medicijn vies smaakt, maar hoofdzaak is dat je beter wordt.
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- «in (de) hoofdzaak»
- wat de belangrijkste dingen betreft; afgezien van details
- «in (de) hoofdzaak»
Gangbaarheid
- Het woord hoofdzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoofdzaak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.