bijwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijwerk bijwerken
verkleinwoord bijwerkje bijwerkjes

Zelfstandig naamwoord

bijwerk o [1]

  1. bezigheid van bijkomstig belang, bijkomstigheid
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bijwerken

bijwerk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijwerken
    • ... dat ik bijwerk. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.