bevoegdheid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voegd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bevoegdheid bevoegdheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bevoegdheid v

  1. het recht tot het uitoefenen van bepaalde handelingen
    • Een bureaucraat op het WikiWoordenboek heeft de bevoegdheid om andere gebruikers moderator te maken. 
    • Door de noodtoestand heeft de president onbeperkte bevoegdheden. 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bevoegdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.