bevoegd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voegd
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gerechtigd’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1698 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bevoegdbevoegderbevoegdst
verbogen bevoegdebevoegderebevoegdste
partitief bevoegdsbevoegders-

Bijvoeglijk naamwoord

bevoegd

  1. officieel gerechtigd zijn iets te doen
    • Je zult in gevallen van twijfel contact moeten opnemen met het bevoegd gezag. 
    • Iemand jonger dan 18 is niet bevoegd om een motorvoertuig te besturen. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • kiesbevoegd, rechtsbevoegd
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bevoegd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.