bureaucraat
Nederlands
Woordafbreking
- bu·reau·craat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bureaucraat | bureaucraten |
verkleinwoord | bureaucraatje | bureaucraatjes |
Zelfstandig naamwoord
bureaucraat m [2]
- uitvoerend ambtenaar in een bureaucratie
- ambtenaar die een beleid voert of voorstaat dat centraal geleid wordt door een ambtelijk apparaat (vaak door formele en ingewikkelde ambtelijke reglementeringen die niet op de werkelijke problemen afgestemd zijn)
- (pejoratief) eigenmachtig en kleingeestig ambtenaar
Gangbaarheid
- Het woord bureaucraat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bureaucraat' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.