onbevoegd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·be·voegd
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbevoegdonbevoegderonbevoegdst
verbogen onbevoegdeonbevoegdereonbevoegdste
partitief onbevoegdsonbevoegders-

Bijvoeglijk naamwoord

onbevoegd

  1. zonder bevoegdheid ofwel toestemming
    • Ik heb geenen grond gevonden waarop zoodanige bevoegdheid van het openbaar ministerie zou rusten en acht het dus tot zoodanig oordeel onbevoegd. [1]
  1. (juridisch) zonder certificaat/beëdiging e.d.
    • Onbevoegd lesgeven. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onbevoegd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Oudeman, A.; G. Diephuis (1848). Opmerkingen en mededeelingen betreffende het nederlandsch regt, deel 4, p. 275. Uitg.: Wolters.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.