betogen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·to·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘trachten aan te tonen’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
  • afgeleid van togen met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
betogen
betoogde
betoogd
zwak -d volledig

Werkwoord

betogen

  1. een serie argumenten als een verhaal presenteren, bijvoorbeeld in een rechtszaak
  1. inergatief een politieke demonstratie houden
    • Zeer veel mensen betoogden tegen de komst van een nieuwe kerncentrale. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

betogen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord betoog

Gangbaarheid

  • Het woord betogen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.