beroepsgeheim
Nederlands
Woordafbreking
- be·roeps·ge·heim
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en geheim met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsgeheim | beroepsgeheimen |
verkleinwoord | beroepsgeheimpje | beroepsgeheimpjes |
Zelfstandig naamwoord
beroepsgeheim o
- (juridisch) de plicht om te zwijgen over feiten en gegevens van derden, die iemand bij het uitoefenen van zijn beroep te weten is gekomen
- Schending van het beroepsgeheim is strafbaar volgens art. 272 van het Wetboek van Strafrecht.
Vertalingen
1. de plicht om te zwijgen over feiten en gegevens van derden, die iemand bij het uitoefenen van zijn beroep te weten is gekomen
Gangbaarheid
- Het woord beroepsgeheim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.