beperken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·per·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van perk met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beperken
beperkte
beperkt
zwak -t volledig

Werkwoord

beperken

  1. overgankelijk een verminderde reikwijdte geven, limiteren
    • De deelname hieraan is beperkt tot minderjarigen. 
  1. overgankelijk iemand hinderen in zijn mogelijkheden
    • De leider van het land wordt door de grondwet beperkt in zijn macht. 
  1. zich ~: minder doen
    • Door zijn ziekte moest hij zich beperken tot het doen van het aller noodzakelijkste. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beperken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.