begrenzen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gren·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
begrenzen
begrensde
begrensd
zwak -d volledig

Werkwoord

begrenzen

  1. overgankelijk beperken, limiteren
    • Vanaf januari wordt de snelheid verder begrensd. 
  1. overgankelijk als nabuur hebben
    • Dit land wordt begrensd door de oceaan aan de ene zijde en het Andesgebergte aan de andere. 
Verwante begrippen
Verwante begrippen
  • beperkingen opleggen aan
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord begrenzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.