begrenzen
Nederlands
Woordafbreking
- be·gren·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
begrenzen |
begrensde |
begrensd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
begrenzen
- Vanaf januari wordt de snelheid verder begrensd.
- overgankelijk als nabuur hebben
- Dit land wordt begrensd door de oceaan aan de ene zijde en het Andesgebergte aan de andere.
Verwante begrippen
Verwante begrippen
- beperkingen opleggen aan
Vertalingen
1. beperken, limiteren
Gangbaarheid
- Het woord begrenzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'begrenzen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.