limit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  limit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlɪmɪt/
Woordafbreking
  • li·mit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord limit limits
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

limit m

  1. uiterste grens
    • De ware hackers zijn beschermd door vele grote instanties, justitie en het systeem. Ze zijn zeer waardevol want voor hen is er geen limit en dat is wat onze man hierboven denkt ons te laten geloven. [2]
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • de limit zijn
    een punt bereiken waarop het onaanvaardbaar wordt
  • de sky is de limit
    de mogelijkheden zijn onbegrensd

Gangbaarheid

  • Het woord limit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
58 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
limit limits

Zelfstandig naamwoord

limit

  1. grens, limiet
vervoeging
onbepaalde wijs to limit
he/she/it limits
verleden tijd limited
voltooid
deelwoord
limited
onvoltooid
deelwoord
limiting
gebiedende wijs limit

Werkwoord

limit

  1. begrenzen, beperken, limiteren
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.