begrenzer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gren·zer
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van begrenzen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord begrenzer begrenzers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

begrenzer m

  1. voorziening die begrenst
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord begrenzer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.