grenzen
Nederlands
Woordafbreking
- gren·zen
Zelfstandig naamwoord
grenzen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grens
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
grenzen |
grensde |
gegrensd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
grenzen
- absoluut ~ aan als aansluitende buur hebben
- Luxemburg grenst aan België, Frankrijk en Duitsland.
Gangbaarheid
- Het woord grenzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'grenzen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.