basisschool

basisschool

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·school
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisschool basisscholen
verkleinwoord basisschooltje basisschooltjes

Zelfstandig naamwoord

basisschool v/m

  1. (onderwijs) een school voor lager onderwijs
    • Morgen zal hun zoontje voor het eerst naar de basisschool gaan. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord basisschool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.