bakblik

Bakvorm

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bakĀ·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakblik bakblikken
verkleinwoord bakblikje bakblikjes

Zelfstandig naamwoord

bakblik o

  1. (huishouden) een metalen vorm waarin het materiaal wordt gedaan om een taart, cake, of brood te kunnen bakken, bakvorm
    • Met dit bakblik kan je een cake in de vorm van een tulband bakken. 
  1. (huishouden) metalen plaat waarop het in de oven te bakken materiaal wordt geplaatst
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bakblik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.