baard

baard[1]

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baard    (hulp, bestand)
  • IPA: /baːrt/
Woordafbreking
  • baard
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘haar op kin en wangen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Afkomstig van de Indo-Europese wortel *bʰardʰ-eH₂- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord baard baarden
verkleinwoord baardje baardjes

Zelfstandig naamwoord

baard m

  1. gezichtsbeharing van de man
    • Mannen die willen kaapr'n varen moeten mannen met baarden zijn. 
  1. de baard in de keel krijgen: de stemverlaging die optreedt bij jongens in de puberteit
    • Nadat hij de baard in de keel kreeg kon hij niet meer in het jongenskoor zingen. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Anagrammen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord baard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.