blauwbaard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blauw·baard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwbaard blauwbaarden
verkleinwoord blauwbaardje blauwbaardjes

Zelfstandig naamwoord

blauwbaard m [3]

  1. rokkenjager die zijn vrouw niet bepaald met zachtheid behandelt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord blauwbaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.