artikel
Nederlands
Woordafbreking
- ar·ti·kel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans of Latijn, in de betekenis van ‘onderdeel van geschrift of verhandeling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | artikel | artikels artikelen |
verkleinwoord | artikeltje | artikeltjes |
Zelfstandig naamwoord
artikel o
- een voorwerp dat te koop is
- Deze artikelen zijn afgeprijsd.
- een gepubliceerde tekst, zoals een publicatie in een tijdschrift, een artikel in een encyclopedie
- De gepensioneerde leraar maakte in zijn vrije tijd veel artikelen voor Wikipedia.
- (juridisch) een van de bepalingen waaruit een wet bestaat
- Deze wet kent wel 25 verschillende artikels.
- (grammatica) woordsoort die standaard voor een zelfstandig naamwoord staat
Synoniemen
- [4] lidwoord
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. staat voor een zelfstandig naamwoord, geeft de bepaaldheid aan, en wordt ook gebruikt om het woordgeslacht aan te geven
2. een voorwerp dat te koop is
3. een publicatie in een tijdschrift
4. een van de bepalingen waaruit een wet bestaat
Gangbaarheid
- Het woord artikel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'artikel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
artikel
- artikel; een gepubliceerde tekst, zoals een publicatie in een tijdschrift, een artikel in een encyclopedie
Zweeds
Woordafbreking
- ar·ti·kel
Naar frequentie | 3625 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | artikel | artikeln | artikelar | artikelarnas |
genitief | artikels | artikelns | artikelars | artikelarnas |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.