aritmetica
Nederlands
Woordafbreking
- arit·me·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘rekenkunde’ voor het eerst aangetroffen in 1591 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aritmetica | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
aritmetica v [3]
- (wiskunde) leer van de basale rekenkundige operaties op getallen
Synoniemen
- cijferkunst, rekenkunde, rekenkunst
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aritmetica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.