argumentatie
Nederlands
Woordafbreking
- ar·gu·men·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bewijsvoering’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- Naamwoord van handeling van argumenteren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | argumentatie | argumentaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
argumentatie v
- bewijsvoering, aanvoering van argumenten
- Omdat de leerling een goede argumentatie gaf, veranderde de leraar het cijfer voor het proefwerk van een 6 in een 7.
- Met een goede argumentatie kun je mij altijd overtuigen van mijn ongelijk.
Afgeleide begrippen
- argumentatief, argumentatiepakket, argumentatieschema, argumentatiestructuur, argumentatietheorie
Gangbaarheid
- Het woord argumentatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.