bewijsvoering
Nederlands
Woordafbreking
- be·wijs·voe·ring
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewijs en voering
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewijsvoering | bewijsvoeringen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bewijsvoering v [1]
- redenering waarmee men een bewijs tracht te leveren, argumentatie
- (juridisch) de handeling van het bewijzen
Gangbaarheid
- Het woord bewijsvoering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewijsvoering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.