approach

Engels

Uitspraak
Woordafbreking
  • ap·proach
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Franse woord approcher [1], dat van het Latijnse werkwoord appropriare (ap + prope) komt.
  • Engels werkwoord met het voorvoegsel ap-.
Naar frequentie 621 (zelfstandig naamwoord)
enkelvoud meervoud
approach approaches

Zelfstandig naamwoord

approach

  1. aanpak, benadering, insteek, methode, nadering, optiek
  1. «That approach was not successful.»
    Die benadering had geen succes.
  2. (verkeer) oprijlaan
  3. (verkeer) oprit
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2-3]: approach path
  • [2-3]: approach route
  • [3]: slip road
Naar frequentie 1310 (werkwoord)
vervoeging
onbepaalde wijs to approach
he/she/it approaches
verleden tijd approached
voltooid
deelwoord
approached
onvoltooid
deelwoord
approaching
gebiedende wijs approach

Werkwoord

approach

  1. aan komen lopen, aanpakken, aanvliegen, benaderen, dichtbijkomen, gaan naar, genaken, nabij komen, nader treten, naderbijkomen, naderen, toetreden, zich wenden tot
Synoniemen
  • deal with
  • tackle
  • come close
  • come closer
  • come on
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

  1. Johnson, Samuel; bewerkt door John Walker (1835). Johnson's English Dictionary, p. 99. Uitg.: N. Hale. Dit werk bevindt zich in het publiek domein.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.