aanvliegen
Nederlands
Woordafbreking
- aan·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en vliegen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanvliegen |
vloog aan |
aangevlogen |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
aanvliegen
- ergatief vliegend naderen
- Er kwam een vlucht wulpen aangevlogen die vlak voor onze neus neerstreek.
- overgankelijk onstuimig afkomen op
- Onze anders zo vriendelijke hond vloog de inbreker genadeloos aan.
Gangbaarheid
- Het woord aanvliegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanvliegen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.