genaken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  genaken    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣə'nakən/
Woordafbreking
  • ge·na·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘naderen, ophanden zijn’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • afgeleid van naken met het voorvoegsel ge- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
genaken
genaakte
genaakt
zwak -t volledig

Werkwoord

genaken

  1. overgankelijk dichterbij komen
  2. overgankelijk het ophanden zijn van een gebeurtenis
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • genaakbaar, genaakgraaf
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord genaken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
52 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.