afzender
Nederlands
Woordafbreking
- af·zen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afzender | afzenders |
verkleinwoord | afzendertje | afzendertjes |
Vertalingen
1. iemand die iets naar een adres verzendt
Gangbaarheid
- Het woord afzender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'afzender' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.