afzender

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·zen·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afzender afzenders
verkleinwoord afzendertje afzendertjes

Zelfstandig naamwoord

afzender m

  1. iemand die iets naar een adres verzendt, de verzender
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord afzender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.