affectie
Nederlands
Woordafbreking
- af·fec·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘genegenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1433 [1]
- via het Franse affection en het Latijnse affectionem van affectio [2]
- Naamwoord van handeling van affecteren met het achtervoegsel -ie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | affectie | affecties |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
affectie v
- genegenheid, liefde
- Knuffelen en affectie tonen.
- (medisch) aandoening
- Voor longaffectie is een snelle diagnose en stoppen met methotrexaat noodzakelijk.
Afgeleide begrippen
- affectief, affectieschade
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord affectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'affectie' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.