affecteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·fec·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorgeven’ voor het eerst aangetroffen in 1582 [1]
  • afgeleid van het Franse affecter of daarvoor van het Latijnse 'affectare' (met het achtervoegsel -eren)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
affecteren
affecteerde
geaffecteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

affecteren

  1. net doen alsof, voorgeven
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord affecteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.