affectief
Nederlands
Woordafbreking
- af·fec·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van affect met het achtervoegsel -ief
- afgeleid van het Franse affectif of het Latijnse 'affectivus'
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | affectief | affectiever | affectiefst |
verbogen | affectieve | affectievere | affectiefste |
partitief | affectiefs | affectievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
affectief
- van de gevoelens uitgaand en/of hiermee verbonden of erop inwerkend
- Affectief geladen woorden als moed en liefde.
- Onderzoek naar verbanden tussen de affectieve houding en de bepaling van kredietvoorwaarden.
Vertalingen
1. van de gevoelens uitgaand en/of hiermee verbonden
Gangbaarheid
- Het woord affectief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'affectief' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.