affakkelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·fak·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
affakkelen
fakkelde af
afgefakkeld
zwak -d volledig

Werkwoord

affakkelen

  1. overgankelijk (scheikunde) verbranden van overtollig gas via een hoge fakkel
  2. afbranden, iemand kapotmaken, kleineren of belachelijk maken
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord affakkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.