adviseur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ad·vi·seur
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘raadgever’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • pseudo-Frans Naamwoord van handeling van adviseren met het achtervoegsel -eur [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord adviseur adviseurs
verkleinwoord adviseurtje adviseurtjes

Zelfstandig naamwoord

adviseur m

  1. (beroep) deskundige die adviseert, een mentor, raadgever, raadsman, raadsvrouw
    • Het verhaal is losjes gebaseerd op een slecht gedocumenteerd historisch mengsel van feit en achterklap: de driehoeksverhouding tussen de Britse koningin Anne, haar jeugdvriendin, belangrijkste adviseur en misschien wel geliefde Sarah Churchill (Rachel Weisz) en het ambitieuze kamermeisje Abigail Masham. [3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • adviseur-generaal, adviseurschap, adviseursfunctie
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord adviseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.