acteren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘toneelspelen’ voor het eerst aangetroffen in 1843 [1]
  • afgeleid van het Franse acte (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
acteren
acteerde
geacteerd
zwak -d volledig

Werkwoord

acteren [3]

  1. (kunst) inergatief een rol vervullen in een toneelspel
    • Zij had vele jaren verdienstelijk geacteerd voordat ze een televisieshow aangeboden kreeg. 
  1. doen alsof, een rol spelen
    • De hysterische patiënte acteerde weer dat ze verlamd was. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
  • acteerbegrip
  • acteercarrière
  • acteerdebuut
  • acteerervaring
  • acteerklas
  • acteerkunst
  • acteerles
  • acteeropleiding
  • acteerprestatie
  • acteerprijs
  • acteerspel
  • acteerstijl
  • acteertalent
  • acteertruc
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord acteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.