acrobaat

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • acro·baat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstenmaker’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord acrobaat acrobaten
verkleinwoord acrobaatje acrobaatjes

Zelfstandig naamwoord

acrobaat m

  1. (beroep) artiest die allerlei moeilijke gymnastische toeren uithaalt (vaak werkend in een circus)
Verwante begrippen
  • kunstenmaker
Hyponiemen
  • luchtacrobaat
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord acrobaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.