abces

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ab·ces
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ettergezwel’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
  • uit het Latijn [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord abces abcessen
verkleinwoord abcesje abcesjes

Zelfstandig naamwoord

abces o

  1. (medisch) een ophoping van pus in het lichaam, daarbij een onnatuurlijke holte vormend
    • Als je door een lokale ontsteking niet meer kunt slapen is er meestal sprake van een abces. 
    • Als een abces doorbreekt is de pijn meestal direct verdwenen. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord abces staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.