aannemer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aannemer    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aˌnemər)/: /ˈaːˌneːmər/
Woordafbreking
  • aan·ne·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aannemer aannemers
verkleinwoord aannemertje aannemertjes

Zelfstandig naamwoord

aannemer m

  1. (beroep) iemand die een (bouw)werk uitvoert tegen een bepaalde prijs
Verwante begrippen
  • bouwondernemer
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aannemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.