aanmoedigen

Nederlands

naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
aanmoedigenaanmoedigend
aanmoediging-
Uitspraak
  • Geluid:  aanmoedigen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanˌmudəɣə(n)/
Woordafbreking
  • aan·moe·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanmoedigen
moedigde aan
aangemoedigd
zwak -d volledig

Werkwoord

aanmoedigen

  1. overgankelijk moed inspreken, aansporen
    • De vrouw verwacht dat meer en meer vrouwen uit Saudi-Arabië zullen vluchten. ‘Ik hoop dat mijn verhaal andere vrouwen aanmoedigt om dapper en vrij te zijn. Ik hoop dat mijn verhaal leidt tot een verandering van de wetten.’ [1] 
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanmoedigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.