aanmoedigend
Nederlands
Woordafbreking
- aan·moe·di·gend
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van aanmoedigen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanmoedigen |
aanmoedigend
- onvoltooid deelwoord van aanmoedigen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aanmoedigend | aanmoedigender | aanmoedigendst |
verbogen | aanmoedigende | aanmoedigendere | aanmoedigendste |
partitief | aanmoedigends | aanmoedigenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
aanmoedigend
- Luid gejuich, aanmoedigend geschreeuw: ,,Kom op!’’ De Prinsenbeekse Janny Martels (47) loopt de finish over, ondersteund door twee EHBO-ers. Ze is officieel de allerlaatste die de eindstreep haalt. Bij de afmeldbalie barst ze in huilen uit als ze hoort dat ze het écht gehaald heeft. [1]
- Met in het geval van de Eiberrun wel de plussen van extra sfeer door aanmoedigend publiek en contact onderweg. [2]
Gangbaarheid
- Het woord aanmoedigend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanmoedigend' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Anita van Rootselaar 22-07-17 Janny haalde de eindstreep nèt dankzij EHBO'er Maurice
- Tubantia Peter Zandee 27-05-18 [https://www.tubantia.nl/achterhoek/gezond-over-de-finish-in-br-gezond-tempo-meneacute-t-water~a0486346/ 'Gezond over de finish in gezond tempo mét water']
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.