aanbevelingsbrief

Nederlands

Uitspraak

Geluid: aanbevelingsbrief (hulp, bestand)
IPA: / 'ambəvelɪŋsˌbrif /

Woordafbreking

aan·be·ve·lings·brief

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van aanbeveling en brief met het invoegsel -s-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanbevelingsbrief	aanbevelingsbrieven
verkleinwoord	aanbevelingsbriefje	aanbevelingsbriefjes

Zelfstandig naamwoord

aanbevelingsbrief m [1]

(formeel) een brief waarin men iets of iemand aanbeveelt

Vertalingen

1. een brief waarin men iets of iemand aanbeveelt

Deens: anbefalingsbrev ^(da)
Duits: Empfehlungsbrief ^(de) m
Engels: letter of recommendation ^(en)
Frans: lettre de recommandation ^(fr) v

Italiaans: lettera di raccomandazione ^(it)
Spaans: carta comendatoria ^(es) v, carta de recomendación ^(es) v
Zweeds: rekommendationsbrev ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord aanbevelingsbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Afrikaans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aanbevelingsbrief	aanbevelingsbriewe

Zelfstandig naamwoord

aanbevelingsbrief

aanbevelingsbrief

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.