aanbakken
Nederlands
Woordafbreking
- aan·bak·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vastkleven’ voor het eerst aangetroffen in 1632 [1]
- samenstelling van aan vz en bakken ww [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanbakken |
bakte aan |
aangebakken |
zwak -t
gemengd |
volledig |
Werkwoord
aanbakken
- ergatief door het bakken aankoeken, vasthechten, vastkleven aan de pan
- Hoewel hij driftig aan het roeren was, bakte het eten toch aan.
Afgeleide begrippen
- aanbakbaar, aanbaksel, aanbakster, antiaanbakfolie, antiaanbaklaag, antiaanbakpan
Vertalingen
1. door het bakken aankoeken, vasthechten
Gangbaarheid
- Het woord aanbakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aanbakken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.