aankoeken
Nederlands
Woordafbreking
- aan·koe·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en koeken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aankoeken |
koekte aan |
aangekoekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aankoeken [1]
- ergatief met een koek bedekt worden
- Als je je vuilcontainer niet schoonmaakt, kan er op de bodem vuil aankoeken.
Gangbaarheid
- Het woord aankoeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aankoeken' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.