Şuşa (stad)

Şuşa (bijwijlen gespeld als Sjoesja, Armeens: Շուշի, Sjoesji; ook: Shusha) is een stad in Azerbeidzjan. De stad ligt in Nagorno-Karabach, een enclave die formeel behoort tot het grondgebied van Azerbeidzjan. De facto gedraagt Nagorno-Karabach, hoewel niet erkend door de internationale gemeenschap, zich als een onafhankelijke republiek (de Republiek Artsach), waarbij sprake is van Armeense invloed op het bestuur.[4]

Şuşa
Շուշի
Stad in de jure Azerbeidzjan
Stad in de facto Artsach

Coördinaten39° 45 NB, 46° 45 OL
Algemeen
Inwoners (2010)3.900[1]
Hoogte1.400 m
Politiek
BurgemeesterKhachatur Hairabian (fungerend)[2]
Tural Ganjaliyev[3]
Overig
Netnummer(s)+374 477
Stichtingsjaar1752
Detailkaart

Locatie in Nagorno-Karabach
Foto's
Portaal    Nagorno-Karabach
Het paleis van Xurşidbanu Natəvan, de dochter van de laatste heerser van de Karabach Kanaat. Eind 19e, begin 20e eeuw.
Het centrum van Şuşa aan het begin van de 20e eeuw.
Wapen van Şuşa tijdens de Russische heerschappij in 1843.
Een foto genomen in 1918 van de Karabach verzoening commissie, die bestond uit religieuze leiders en ouderlingen van zowel de Azerbeidzjaanse en Armeense gemeenschappen.

Şuşa is de voormalige hoofdstad van Nagorno-Karabach. Tot het begin van de 20e eeuw was het een belangrijk cultureel centrum voor de lokale Azerbeidzjaanse en Armeense bevolking. De stad staat bekend om zijn velen intellectuelen, dichters, schrijvers en vooral muzikanten zoals ashiq, mugham zangers en kobuz spelers.[5] Als een vestingstad was het toentertijd een belangrijk strategisch punt tussen het Russische Rijk en Iran. Begin en eind 20e eeuw, maar ook nu nog steeds is de stad een twistappel tussen de Armeniërs en Azerbeidzjanen, daarom wordt het ook wel het “Jeruzalem” van de Zuidelijke Kaukasus genoemd.[6]

De stad fungeert als hoofdstad van het Azerbeidzjaanse district Şuşa en maakt er zelf deel van uit. Tevens maakt het deel uit van het gewest Sjoesji van de republiek Nagorno-Karabach.

Tot de Oorlog in Nagorno-Karabach, was Şuşa de enige stad in Nagorno-Karabach met overwegend Azerbeidzjaanse bevolking. In 1992 zijn de Azerbeidzjaanse inwoners van de stad, ongeveer 15.000 mensen uit de stad gevlucht wegens de oorlog.[7]

In 2010 telde de stad 3.900 inwoners.[8]

Etymologie

Volgens de meeste historici ontleende de burcht haar naam aan het dichtbijgelegen dorp Sjoesjikent.[9][10] De historicus Arakel Babachanian vond dat het juist andersom was, het dorp zelf kreeg haar naam van de burcht.[11]

Ligging

Şuşa ligt slechts 10 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Stepanakert, bij de verkeersader A 317 die Stepanakert met de Armeense stad Goris verbindt. De stad is gevestigd op een steil rotsplateau, circa 1.500 meter boven de zeespiegel.

Klimaat

De stad heeft een gematigd klimaat. De gemiddelde temperatuur in januari is +2,9; in april +7,4; in juli +18,9; in november +4,7 °C. De laagst gemeten temperatuur is -19,5 °C. De gemiddelde hoeveelheid neerslag bedraagt ca. 640 mm per jaar.

Geschiedenis

Voorgeschiedenis

Şuşa is vanouds bekend geweest als een natuurlijke, ongenaakbare vesting in Artsach. Archeologische vondsten als grafstenen, kruisstenen en antieke keramiek bevestigen dat het al lang voor de 18e eeuw bewoond was. Bovendien getuigen de drieduizendjarige hunebedden bij het oude kerkhof van bewoning in prehistorische tijden.

16e – 18e eeuw

Van de 16e tot de 18e eeuw lag Şuşa in het domein van het Prinsdom Varanda. Prins Meliek-Sjahnazar II – de prins van Veranda, die een vete uitvocht met de vier andere prinsen van Karabach, gaf Şuşa over aan Panah Ali Kan en werd zijn bondgenoot. In 1751 werd Şuşa de zetelplaats van de Kan, wiens nakomelingen tot 1822 de feitelijke regeerders van de stad waren. Şuşa werd omgeven met muren en er kwamen veel mensen van de omstreken hier wonen – zowel Azerbeidzjanen als Armeniërs, zodat het tot een klein stadje uitgroeide. Vanaf deze periode wordt Şuşa bekend onder haar huidige naam.

Russische heerschappij

Vanwege zijn belang als strategisch punt werd Şuşa dikwijls door Perzische, Turkse en Russische legers aangevallen. Sinds het begin van de 19e eeuw kreeg het Russische Rijk steeds meer invloed in de Kaukasus. Naar aanleiding van Georgië, sloten vele Azerbeidzjaanse Kanaten zich aan als protectoraat in het Russisch Rijk. In 1805 werd de Kurekchay verdrag getekend tussen de Azerbeidzjaanse Karabachkanaat en het Russische Rijk, hierbij werd de Karabachkanaat uiteindelijk onder Russische heerschappij.

Als gevolg van twee Russisch-Perzische oorlogen, (1804-1813) en (1826-1828), erkende Iran het gezag van Rusland over de Karabachkanaat en andere kanaten in de Kaukasus. Het Russische rijk versterkte zijn macht in de Karabachkanaat na het Verdrag van Gulistan in 1813 en het Verdrag van Turkmenchay van 1828.

Tijdens de Russisch-Perzische oorlog van 1826-1828, hield Şuşa het gedurende enkele maanden uit, de stad werd niet overwonnen door Rusland of Iran. Na deze oorlog werd de Karabachkanaat afgebroken voor Rusland, in plaats daarvan werd de Karabach provincie opgericht (1822-1840), met Şuşa als de hoofdstad. Vervolgens werd Şuşa een uyezd (district) van de Jelizavetpol gouvernement (1840-1923). Hierna volgde voor Şuşa een langdurige vredestijd. De 19e eeuw werd zodoende de bloeitijd van Şuşa, dat inmiddels een belangrijk cultuur- en handelscentrum was geworden. Aan het begin van de 20e eeuw was Şuşa na Tbilisi de dichtstbevolkte stad van de Zuidelijke Kaukasus. De stad was verdeeld in Azerbeidzjaanse en Armeense wijken. In 1822 bestond de bevolking van de stad uit 936 Azerbeidzjaanse (moslim) gezinnen en 762 Armeense gezinnen.[12]

Begin 20e eeuw

Het begin van de 20e eeuw was bestempeld met Armeens-Azerbeidzjaans confrontaties. Het is onduidelijk of het Russische migratiebeleid in de Kaukasus invloed had op het conflict. Zo nam het percentage van de Armeniërs in het hele gebied van de voormalige Karabachkanaat toe tot 35 procent in 1832 en 53 procent in 1880, terwijl veel islamitische Azerbeidzjaanse gezinnen juist naar Iran emigreerden.[13] De eerste confrontatie tussen etnische Armeniërs en Azerbeidzjanen vond plaats in Bakoe in februari 1905. Al snel sloeg het conflict over naar andere delen van de Transkaukasus, voornamelijk in Azerbeidzjan (in die tijd was dit de benaming van een geografisch gebied met overwegend moslimbevolking). Zo vond op 5 augustus 1905 het eerste conflict tussen de Armeense en de Azerbeidzjaanse inwoners van Şuşa plaats. Als gevolg van de wederzijdse pogroms en moorden, kwamen honderden mensen om en meer dan 200 huizen werden verbrand.

Na de Russische Revolutie, toen Armenië en Azerbeidzjan de onafhankelijkheid riepen en er grensgeschillen tussen beiden ontstonden, nam de etnische spanning in de regio toe. De Democratische Republiek Azerbeidzjan (1918-1920) verklaarde Karabach, evenals Sjoenik tegen de zin van de lokale bevolking deel van de nieuwe staat. Deze beslissing werd tevens betwist door buurland Armenië, echter behoorde Nagorno-Karabach niet tot de bestuurlijk onderdeel van Armenië.[14] Na de nederlaag van de Ottomaanse Rijk in de Eerste Wereldoorlog, bezetten de Britse troepen Karabach.

De Britse bevelhebber erkende het gezag van Xosrov bəy Sultanov, die aangesteld was de Azerbeidzjaanse regering als gouverneur-generaal van Karabach en Zangezur, met zijn zitplaats in Şuşa.[15][16]

In augustus 1919 ging het lokale bestuur van Nagorno-Karabach, de Karabach Nationale Raad, een tijdelijk akkoord aan waarmee het Azerbeidzjaanse gezag erkend werd op de voorwaarde dat de definitieve status van Nagorno-Karabach in de Vredesconferentie van Parijs zou beslist worden. Het vredesakkoord duurde echter niet lang en het etnisch conflict barstte los. Op 5 juni 1919 werden 600 Armeniërs van de dorpen rondom Şuşa gedood door Azerbeidzjaanse en Koerdische guerrillastrijders. Sultanov betoogde dat deze guerrillastrijders niet onder zijn controle en gezag waren.[17] Het conflict escaleerde een Armeense opstand[18][19][20], die weer later teruggedrongen werd door de Azerbeidzjaanse leger. In 1920, in de nacht van 21-22 maart, terwijl de Azerbeidzjanen de traditionele feestdag Novruz Bayram vierden, vielen de Armeniërs van Karabach de Azerbeidzjaanse garnizoenen in Şuşa, Xankəndi en Askeran aan. De Armeense verrassingsaanval werd tegelijkertijd gecoördineerd met een groot aanval op de grenzen van Azerbeidzjan door Armenië.[21] De verrassingsaanval in Karabach werd echter geen succes en naar aanleiding hiervan viel de Azerbeidzjaanse leger de Armeniërs in Şuşa aan, wat uiteindelijk leidde tot de Armeense pogrom van maart 1920.[21][22] In de pogrom kwamen volgens verschillende bronnen tussen de 500 en 20.000 Armenen om het leven. Tevens werden de Armeense wijken van de stad verwoest. De Russische dichter Nadezjda Mandelstam die na het bloedbad in 1920 de stad had bezocht, schreef dat er behalve Moslims geen enkele Armenen meer waren.[23]

Sovjetperiode

In april 1920, terwijl Azerbeidzjan en Armenië oorlog voerden, werd Azerbeidzjan binnengevallen door het Rode Leger (11e Leger). Later dat jaar, in november, werd ook Armenië veroverd door het Rode Leger en beide landen werden opgenomen in de Sovjet-Unie.[24] Het Kaukasus Bureau (Kavburo) van de Communistische Partij zou onder toezicht van Jozef Stalin territoriale geschillen oplossen. Op 5 juli 1921 werd de beslissing genomen om Nagorno-Karabach in de Azerbeidzjaanse SSR te laten[25]. In 1923 werd Nagorno-Karabach een autonome regio in Sovjet-Azerbeidzjan. De nieuwe hoofdstad van de autonome regio werd de stad Xankəndi (uitgesproken als Kankendi), die kort daarna omgedoopt werd tot Stepanakert naar de Armeense bolsjewiek Stepan Sjahoemjan.

Şuşa bleef gedeeltelijk geruïneerd tot de jaren 1960, toen de stad geleidelijk begon te herleven door zijn recreatieve mogelijkheden. In 1977 werd de stad uitgeroepen tot een reservaat van Azerbeidzjaanse architectuur en geschiedenis. Zo werd Şuşa een van de grootste resort-steden in de voormalige Sovjet-Unie.

Oorlogsperiode

Tijdens de Oorlog in Nagorno-Karabach (1990-1994) werd Şuşa de belangrijkste Azerbeidzjaanse bolwerk in Karabach. Hieruit werden Stepanakert en andere Armeense woonplaatsen in Nagorno-Karabach constant onder vuur gehouden[26] waarbij een groot aantal burgerslachtoffers vielen.[6] De Armeniërs hebben op hun beurt de stad beschoten.[6]

Op 9 mei 1992 werd de stad ingenomen door Armeense troepen en de Azerbeidzjaanse bevolking, van rond 15.000, vluchtte de stad en het district.[27] Volgens het Instituut voor Oorlog en Vrede Rapportage, werd de stad geplunderd en verbrand door de Armeniërs.[28]

Huidige situatie

Tot op de dag van vandaag ligt de stad nog in deels in puin. In 2007 zijn twee moskeeën van Şuşa gerestaureerd[29]

De Azerbeidzjaanse bevolking van de stad, van ruim 15.000, is tot op de huidige dag nog niet teruggekeerd. Na het einde van de oorlog werd de stad deels herbevolkt door Armeense vluchtelingen uit Azerbeidzjan en andere delen van Nagorno-Karabach.[30]

De burgemeester van de stad wordt rechtstreeks gekozen. Karen Avagimian werd gekozen op 29 maart 2009. Hij werd in 2013 opgevolgd door Artsvik Sargsian. In 2019 werd Khachatur Hairabian de nieuwe burgemeester. De Azerbeidzjaanse regering in Bakoe benoemt ook burgemeesters, achtereenvolgens Nizami Bahmanov (1992-2008), Bayram Səfərov (2009-2018) en Tural Ganjaliyev (2018-). Alleen Bahmanov verbleef de eerste maand na zijn benoeming in de stad.

Demografische ontwikkeling

Bron: Artikel Shusha van de Engelse Wikipedia
Opm: Bevolkingscijfers in duizendtallen

Cultuur

Azerbeidzjaanse componist Uzeyir Hajibeyov (linksboven) met zijn gezin in Şuşa. (1915)

Şuşa is bekend door muzikale tradities onder Azerbeidzjanen. De stad kent enkele muzikale scholen en instellingen van Mugham, een traditioneel muzikaal genre uit Azerbeidzjan.[31]

Historische gebouwen

  • Stadswallen, gebouwd in de 17e en 18e eeuw, lengte: ca. 2,5 km, hoogte: 7–8 m, met een aantal torens.
    • Drie poorten: in het zuidwesten de Jerevanspoort, in de Jelizavetpolpoort.
  • Stedelijk museum van Sjoesji
  • Kathedraal van Sjoesji, gebouwd tussen 1868-1887.
    • Andere Armeense kerken zijn: Sint-Johannes de Doper (geb. 1847) en Sint-Christus de Zaligmaker (geb. 1838)
    • Nonnenklooster Koesanats (gebouwd 1816)
  • Moskee van Govhar Agha van Beneden-Sjoesja, gebouwd tussen 1875-1876
  • Moskee van Govhar Agha van Boven-Sjoesja, gebouwd tussen 1768-1885
    • Tevens waren er in de 19e eeuw nog 12 moskeeën waarvan maar een deel bewaard is gebleven
  • Paleis van de dochter van de khan, gebouwd in de late 19e eeuw en was genoemd naar Natavan, een bekende Azerbeidzjaanse dichteres.en de dochter van de khan van Karabach.
  • Zjamharian Openbare Ziekenhuis, gebouwd in 1902 door de broeders Zjamharians, was een van de eerste publieke ziekenhuizen in de Kaukasus.
  • Realschule, Russische staatscollege, gebouwd in 1881.
  • Christelijke Middelbare school, gesticht op 22 juli 1938 door Bagdasar Hasan-Jalalian, de aartsbisschop van Karabach.
  • St. Maria (Mariamian) Meisjesacademie, gesticht in 1864 en bevorderd door Mariam Hachoemian.
  • Nikolayevsk Russisch-Tataarse school”, gesticht in 1896
  • Chandamiryan schouwburg, gebouwd in 1891.
  • Azerbeidzjaanse karavanserai uit de 18e eeuw
  • Mausoleum van Molla Panah Vagif (gebouwd in 1982), een Azerbiedzjaanse dichter en vizier van het Karabachkanaat
  • Graftombe van Melik-Daniël, de voorlaatste prins van het Vorstendom Chatsjen uit de familie.

Personen

  • Üzeyir Hacıbəyov, Azerbeidzjaanse en Sovjetcomponist van klassieke muziek en opera, dirigent, publicist, toneelschrijver, leraar, vertaler, en de sociale figuur uit Azerbeidzjan. Hij componeerde muziek voor het volkslied van Azerbeidzjan.
  • Fikrət Əmirov, was een Azerbeidzjaans componist.
  • Bülbül oftewel Murtuza Mammadov, Azerbeidzjaanse operazanger, volksmuziek artiest en een van de oprichters van nationale muziektheater in Azerbeidzjan.
  • Yusif Vəzir Çəmənzəminli, Azerbeidzjaans schrijver en staatsman bekend om zijn romans, korte verhalen, essays en dagboeken.
  • Ibrahim Khalil Khan, Khan van Karabachkanaat uit de familie Javanshir.
  • Xurşidbanu Natəvan, lyrische dichteres van Azerbeidzjan.
  • Mir-Möhsün Nəvvab, Azerbeidzjaanse wetenschapper, dichter, artiest, muziek historicus, astronoom, timmerman, chemicus en wiskundige.
  • Lətif Kərimov, Azerbeidzjaanse tapijtkunstenaar.
  • Əbdürrəhim bəy Haqverdiyev, Azerbeidzjaanse toneelschrijver, regisseur, politicus en publieke figuur.
  • Jeyhun Hacıbəyov, Azerbeidzjaanse publicist, journalist en etnograaf.
  • Bülbülcan oftewel Abdulbagi Zulalov, Azerbeidzjaanse zanger van volksmuziek en Mugam
  • Əhməd bəy Ağayev, Azerbeidzjaanse publicist en journalist.
  • Süreyya Ağaoğlu, Azerbeidzjaanse schrijfster, jurist, en advocaat.
  • Ağabəyim ağa Cavanşir, dichteres, dochter van de tweede khan van Karabach Ibrahim Khalil Khan, vrouw van Iraanse sjah Fath-Ali
  • Əhməd Bəşir oğlu Bədəlbəyli, Azerbeidzjaanse operazanger, mugamzanger en acteur.
  • Armen Takhtajan
  • Süleyman Sani Axundov, Azerbeidzjaanse toneelschrijver, journalist, auteur en leraar.
  • Şəmsi Bədəlbəyli, Azerbeidzjaanse theater regisseur en acteur.
  • Kamran Bağirov, was de 12e Eerste Secretaris van de Communistische Partij van Azerbeidzjaan.
  • Nizami Bəhmənov, Azerbeidzjaanse politicus en hoofd van de uitvoerende macht van Şuşa en voorzitter van de Azerbeidzjaanse Gemeenschap van Nagorno-Karabach in Ballingschap.
  • Cabbar Qaryağdıoğlu, Azerbeidzjaanse volkszanger (khananda).
  • Soltan Hacıbəyov, Azerbeidzjaanse componist en Volksartiest van de Sovjet-Unie.
  • Kərbəlayı Səfixan Qarabaği, Azerbeidzjaanse architect en een van de oprichters van de Karabach Architectuur Universiteit.
  • Firudin bəy Köçərli, Azerbeidzjaans schrijver, filoloog en literair criticus.
  • Xudadat bəy Məlik-Aslanov, Azerbeidzjaanse politicus en professor aan de universiteit.
  • Kərimbəy Mehmandarov, Azerbeidzjaanse arts en filosoof.
  • Sadıqcan oftewel Sadig Asadoglu, was een Azerbeidzjaanse tar-muzikant (Sazanda) en de uitvinder van de Azerbeidzjaanse tar instrument.
  • Bayram Səfərov, Azerbeidzjaanse politicus en hoofd van de uitvoerende macht van Şuşa en de voorzitter van de Azerbeidzjaanse Gemeenschap van Nagorno-Karabach in Ballingschap.
  • Lətif Səfərov, Azerbeidzjaanse acteur en filmregisseur.
  • Xan Şuşinski, Azerbeidzjaanse khananda (volkszanger).
  • Mehdiqulu Xan Usmiyev, was een lyrische dichter van Azerbeidzjan en luitenant-kolonel in het Russische leger.
  • Molla Pənah Vaqif, was een 18e-eeuwse dichter, de grondlegger van het realisme genre in de Azerbeidzjaanse poëzie en ook staatsman en diplomaat, vizier – de minister van Buitenlandse Zaken in het Karabach Kanaat.
  • Əbdürrəhman Vəzirov, was de 13e eerste secretaris van de Communistische Partij van Azerbeidzjan en de leider van de Azerbeidzjaanse SSR van 1988 tot en met januari 1990.
  • Mir Hasan Vəzirov, was een Azerbeidzjaanse communistisch revolutionair leider in de Kaukasus.
  • Nəcəf-bəy Vəzirov, Azerbeidzjaanse toneelschrijver en journalist.
  • Qasım bəy Zakir, Azerbeidzjaanse dichter uit de 19e eeuw en een van de oprichters van de realisme en satirische genre in Azerbeidzjaanse literatuur.
  • Nikolay Zinin, Russische organisch chemicus.
  • Mehdigulu Khan Usmiyev, Azerbeidzjaanse schrijver en dichter.

Zie ook

Literatuur

  • (ru) Platon Pavlovitsj Zubov, Karabachse astroloog, of de Stichting van de burcht van Sjoesji in 1752 (Карабахский астролог, или Основание крепости Шуши в 1752), historische roman. Moskou 1834.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.