Kathedraal van Sjoesja

De Kathedraal van Sjoesja of de Kathedraal van Christus de Verlosser (Armeens: Սուրբ Ամենափրկիչ Ղազանչեցոց Եկեղեցի, Surb Amenap’rkich’ Ghazanch’yets’vots’ Yekeghets’i) is een Armeens-apostolische kerk in de stad Sjoesja van Nagorno-Karabach. De kathedraal werd gebouwd tussen 1868 en 1887 met het verzamelgeld van de stadsbevolking. De architect van de kathedraal was Simon Ter-Hakobian.

Kathedraal van Sjoesja
De kathedraal van Sjoesja
Plaats	Sjoesja
Gebouwd in	1868-1887
Restauratie(s)	1992
Architectuur
Architect(en)	Simon Ter-Hakobian
Bouwmateriaal	witte kalksteen
Afmeting	34,7×23×35
Portaal    Christendom

De kerk heeft een fraaie witte kleur dankzij de kalksteen waarmee de muren bekleed zijn. In het westen, voor de ingang, is een vrijstaande klokkentoren, die iets eerder dan de kerk gebouwd is, namelijk in 1858. Op de tweede verdieping van de toren stonden vier engelenbeelden, die op trompetten bliezen, als symbool uit het Evangelie.

Na haar inwijding werd de kathedraal het middelpunt van het aartsbisdom van Artsach. Maar nadat het Armeense stadsdeel van Sjoesja in maart 1920 grotendeels verwoest werd, zou de kerk niet meer functioneren. Tijdens het Sovjet-Azerbeidzjaanse bestuur (1923-1988) werd het gebouw eerst als graanschuur gebruikt, en later als garage.

De kathedraal werd herbouwd en opnieuw ingewijd nadat de stad in mei 1992 weer in handen van de Karabach-Armeniërs viel. Tijdens de Oorlog in Nagorno-Karabach hadden de Azerbeidzjanen de kerk als wapenmagazijn gebruikt en de vier engelenbeelden waren vernietigd. Deze werden vervangen door nieuwe replica's. Een van deze engelen staat afgebeeld op het wapenschild van Sjoesja.