Uerdinger linie

De Uerdinger linie is de scheidslijn tussen het Nederduitse 'ik' en het Hoogduitse 'ich'.

Ik / ich - isoglosse in België, Nederland en Duitsland. Het westelijke, donkerrode gedeelte is de Uerdinger linie, helderrood is de samenloop daarvan met de Benrather linie
In het westen vormt de Uerdinger linie de scheidslijn tussen het Brabants-Kleverlands en het Limburgs
De Uerdinger en de Karlsruher linie in België, Nederland en Duitsland. Het verloop van deze beide isoglossen in Polen en Tsjechië is thans historisch geworden.

Door deze dialectscheidingslijn (isoglosse) worden de taalvariëteiten die de medeklinkerverzachting van k in ch in het woord ik / ich (ek / ech) hebben doorgemaakt gescheiden van de variëteiten waar dat niet voor geldt. (Noord: "Ik gohn noh Hus" / Zuid: "Isch jon noh Huus"). De Uerdinger linie is door Georg Wenker vernoemd naar het Duitse stadje Uerdingen.[1] Variëteiten die de Hoogduitse klankverschuiving slechts op dergelijk beperkte wijze hebben doorgemaakt vinden we in een groot gebied, waarvan deze isoglosse de noordgrens vormt.

Kenmerken

In de dialecten ten zuiden van de Uerdinger linie zegt men bijvoorbeeld ich en ouch, maar hebben alle andere woorden de k behouden. De Uerdinger linie is een zijlijn van de Benrather linie. In het Bergische Land ligt het punt waarop beide isoglossen samenlopen.
Het is natuurlijk vrij willekeurig welke isoglosse men neemt: niet alleen de k, ook de p en de t zijn veranderd en de isoglossen daarvoor lopen elk net iets anders dan die voor de k. Vanwege deze uitwaaiering van de isoglossenbundels noemt men dit gebied ook wel de Rijnlandse waaier.
In Belgisch Limburg valt de ik / ich-isoglosse bovendien volledig samen met de mij-me / mich isoglosse.[2]

In enkele dorpen in Nederlands Limburg, zoals Montfort, zegt men tevens welch (welk).

Verloop

Ik, Ich

De Uerdinger linie begint op de Waalse taalgrens tussen het Vlaams-Brabantse Opvelp en Tienen, loopt verder door Belgisch Limburg via Diest in noordoostelijke richting, waar de isoglosse iets ten noorden van Budel Nederlands Noord-Brabant binnenloopt. De Belgisch-Limburgse plaatsen Lommel, Stevensvennen, Kerkhoven, Leopoldsburg, Tessenderlo en Kwaadmechelen liggen ten noordwesten van de Uerdinger linie. De dialecten van deze plaatsen hebben zodoende de vorm ik.

De Uerdinger linie loopt vervolgens op Nederlands grondgebied even ten noorden van het Noord-Brabantse Maarheeze en het Limburgse Panningen, om tussen Venlo en Tegelen Nederland weer te verlaten. Dan via Viersen naar de Rijn, die zij oversteekt tussen Krefeld-Uerdingen en Duisburg-Mündelheim. Zij voert via Saarn (stadsdeel van Mülheim aan de Ruhr) door het Bergische land naar Kettwig (deel van Essen) en Elberfeld (deel van Wuppertal). Vanaf daar valt de lijn samen met de Benrather Linie of de „maken-/machen-Linie“. De gecombineerde isoglosse loopt vervolgens ten zuiden van Gummersbach en Wiedenest (deel van Bergneustadt) verder oostwaarts, ten noorden van Kassel (deelstaat Hessen), vervolgens ten zuiden van Maagdenburg en ten noorden van Wittenberg. In zuidelijk Brandenburg loopt de Uerdinger linie nog verder door het hele Duitse taalgebied via Halbe, Hermsdorf, Freidorf en Rietzneuendorf-Staakow.

Invloed van het Nederlands en andere dialecten

Enkele dialecten net ten zuiden van de Uerdingerlinie in Nederlands Limburg, beginnen zich meer aan te passen aan het Nederlands of aan noordelijker gelegen dialecten. Daarbij worden ich en ouch vervangen door ik en ouk. Dit verschijnsel komt met name voor in Panningen, Helden, Baarlo, Kessel en Tegelen, waardoor men hier tegenwoordig zowel ik en ouk als het oudere ich en ouch hoort. De Uerdingerlinie lijkt dus geleidelijk iets zuidwaarts op te schuiven. Wat opvalt is, dat dit verschijnsel vooral bij jongere mensen voorkomt; de oudere inwoners houden meer vast aan de oudere varianten. Het kan dus ook zijn, dat de Limburgse vormen ich en ouch langzaam vervangen worden door de Nederlands/Brabantse vormen ik en ouk en het hier slechts gaat om dialectverlies. Bij dialectverlies in Limburg (NL en BE) gaat het meestal om vervanging van Limburgse vormen door Nederlands/Brabantse vormen. Hierdoor zal het Limburgse karakter vervagen en op termijn in steeds meer plaatsen verdwijnen.

Zie ook

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.