Sigrid Kaag

Kaag studeerde vanaf 1980 in Utrecht.[2] Ze haalde haar bachelor Midden-Oostenstudies aan de Amerikaanse Universiteit in Caïro.[3][4] Ze behaalde een mastertitel in internationale betrekkingen aan de Universiteit van Exeter en aan St Antony's College in Oxford. Ook studeerde Kaag aan de Franse École nationale d'administration (ENA)[5] en volgde zij de leergang Buitenlandse Betrekkingen aan Instituut Clingendael.[6]

Ze werkte voor het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken en later bij Koninklijke Shell te Londen. Sinds 1994 werkte zij voor de Verenigde Naties. Van 2007 tot 2010 was ze regionaal directeur Midden-Oosten/Noord-Afrika voor het VN-kinderfonds UNICEF. Van 2010 tot 2013 was Kaag assistent-secretaris-generaal bij het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP). Van oktober 2013 tot september 2014 leidde zij de ontwapeningsmissie die leidde tot de vernietiging van de chemische wapens in Syrië.[7] De ontwapeningsmissie ondernam de VN samen met de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Voor haar werk in Syrië werd Kaag persoonlijk bedankt door de Amerikaanse president Barack Obama. Vanaf december 2014 tot haar ministerschap was Kaag Special Coordinator van de Verenigde Naties in Libanon (UNSCOL).

Op 26 oktober 2017 trad zij toe tot het kabinet-Rutte III als minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.[8] Toen de Amerikaanse president Trump de hulp gehalveerd had aan UNRWA, de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen, maakte zij versneld 13 miljoen euro aan deze organisatie over. Bij de coalitiepartners VVD, CDA en ChristenUnie gaf dit geërgerde reacties, vooral omdat volgens hen de communicatie hierover niet transparant was geweest.[9]

Per 13 februari 2018 werd aan minister van Buitenlandse Zaken Halbe Zijlstra ontslag verleend, waarna minister-president Mark Rutte bekendmaakte dat Sigrid Kaag tijdelijk de taken van minister van Buitenlandse Zaken waar zou nemen.[10] Dit heeft zij gedaan tot de beëdiging van Stef Blok op 7 maart 2018. Kaag is daarmee de eerste vrouwelijke minister van Buitenlandse Zaken van Nederland.

Eind 2019 werd Kaag geconfronteerd met een tweetal hoofdpijndossiers in haar portefeuille, te weten a. de afronding van het CETA-handelsverdrag tussen de EU en Canada, en b. het Nederlandse immigratiebeleid en in het bijzonder de controversiele terugkeer van kinderen van omgekomen ISIS-gezinde moeders. Zij werd daarover scherp ondervraagd in Buitenhof van 24 november 2019.[11]