Resolutie 925 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Resolutie 925 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 8 juni 1994.

Resolutie 925
Van deVN-Veiligheidsraad
Datum8 juni 1994
Nr. vergadering3388
CodeS/RES/925
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
OnderwerpRwanda
BeslissingVerlengde de UNAMIR-vredesmacht tot 9 december.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 1994
Permanente leden
Niet-permanente leden
 Argentinië ·  Brazilië ·  Tsjechië ·  Djibouti ·  Spanje ·  Nigeria ·  Nieuw-Zeeland ·  Oman ·  Pakistan ·  Rwanda
Zo'n 50.000 vluchtelingen kwamen in kampen om door gebrek aan voedsel en water en zieke.

Achtergrond

Al tijdens het Belgische koloniale tijdperk was er geweld tussen de Hutu- en de Tutsi-bevolkingsgroepen in Rwanda. Desondanks bleef die laatste, die in de minderheid was, de macht uitdragen. Na de onafhankelijkheid bleef het etnische conflict aanslepen tot in 1978 de Hutu's aan de macht verkozen werden. Tijdens deze rustige periode mochten Tutsi-vluchtelingen niet naar Rwanda terugkeren en in de jaren 1980 kwam het opnieuw tot geweld. In 1990 vielen Tutsi-milities van het FPR met Oegandese steun Rwanda binnen. Met Westerse steun werden zij echter verdreven. Toch werden hieropvolgend vredesgesprekken aangeknoopt.

Inhoud

Waarnemingen

De Veiligheidsraad merkte op dat de vijandelijkheden nog steeds doorgingen, er geen staakt-het-vuren was en het geweld de slachting tegen de bevolking nog niet waren gestopt. Ook waren er rapporten over genocide. Het geweld en de systematische moord op duizenden burgers werden streng veroordeeld. Dat de daders ervan ongestraft hun gang konden blijven gaan was ontoelaatbaar.

De raad merkte ook op dat de UNAMIR-missie dan weer tot doel had om als een buffer tussen beide partijen te komen. De militaire component van de missie zou enkel doorgaan zolang ze bijdroeg aan de veiligheid en bescherming van burgers, vluchtelingen en hulpverleners.

De ontheemding van zo'n 1,5 miljoen Rwandezen, voor wie hongersnood en ziekte dreigde, evenals de massale uittocht van vluchtelingen waren een enorme humanitaire crisis. De hoge commissaris voor de Vluchtelingen had de regio bezocht en een Speciale Rapporteur voor Rwanda aangesteld. De bijdragen van de Organisatie voor Afrikaanse Eenheid en haar buurlanden werden verwelkomd.

Het akkoord van Arusha moest als basis van een vreedzame oplossing dienen, met behoud van Rwanda's eenheid en territoriale integriteit.

Handelingen

De Veiligheidsraad steunde de voorstellen van de secretaris-generaal om de uitgebreide UNAMIR onmiddellijk in te zetten. Dit waren met name:

a. Twee bijkomende bataljons voor fase 2,
b. Twee extra bataljons voor fase 3,
c. De flexibele uitvoering van de 3 fasen.

Het mandaat van UNAMIR werd verlengd tot 9 december. De missie moet, na bemiddelen tussen de partijen met een staakt-het-vuren als doel, ook:

a. Ontheemden en vluchtelingen beschermen,
b. De hulpverlening beveiligen.

UNAMIR mocht zich verdedigen wanneer beschermde gebieden en personen in gevaar werden gebracht. De missie moest ook snel de extra manschappen en ondersteuning krijgen en samenwerken met de Speciale Rapporteur.

Van de partijen werd geëist dat de vijandelijkheden, het moorden en het aanzetten tot etnische haat via de media werden gestopt en een staakt-het-vuren werd gesloten. Beide partijen hadden beloofd te zullen meewerken met UNAMIR. Het was noodzakelijk dat de veiligheid van al UNAMIR's personeel werd verzekerd.

De intentie van de secretaris-generaal om een fonds op te zetten voor Rwanda werd verwelkomd. De situatie in Rwanda en de rol van UNAMIR daarin werden constant opgevolgd. De secretaris-generaal moest tegen 9 augustus en 9 oktober rapporteren over de vooruitgang van de missie, de veiligheidssituatie van de bevolking, de humanitaire situatie en de vooruitzichten op een staakt-het-vuren en verzoening.

Verwante resoluties

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.