Renate Rubinstein

Renate Ida Rubinstein (Berlijn, 16 november 1929Amsterdam, 23 november 1990) was een Nederlands schrijfster, journaliste en columniste.

Renate Rubinstein
Rubinstein (1971)
Algemene informatie
Geboren16 november 1929
GeboorteplaatsBerlijn
Overleden23 november 1990
OverlijdensplaatsAmsterdam
Land Nederland
Beroepjournaliste, schrijfster
Dbnl-profiel
Portaal    Literatuur
Media

Levensbeschrijving

Rubinstein werd geboren in Duitsland. Ze moest op jonge leeftijd vluchten, waarna zij via Amsterdam en Londen uiteindelijk weer in Amsterdam terechtkwam. De vlucht van familie Rubinstein mocht niet baten, want de Duitsers arresteerden in 1940 haar Joodse vader en vermoordden hem later in Auschwitz. Deze gebeurtenis zou een bepalende factor worden in Rubinsteins leven en werk. Haar hele leven zou ze blijven zoeken naar een vader-figuur, wat volgens sommigen haar band met de Duits-Britse socioloog Norbert Elias zou verklaren.

Rubinstein volgde het Vossius Gymnasium te Amsterdam, maar werd na vier jaar van school gestuurd. Ze werkte drie dagen per week bij uitgeverij G.A. van Oorschot, en leefde samen met de jurist Willem Frederik van Leeuwen. Vervolgens werkte ze drie jaar in een kibboets in Israël en studeerde ze twee jaar aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem. Op grond van die studie kon ze in 1955 worden toegelaten als student politieke en sociale wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens haar studie, die ze na twee jaar afbrak, begon ze haar carrière als schrijfster onder andere bij het Nieuw Israelietisch Weekblad en Propria Cures. Later schreef ze voor Vrij Nederland (VN), Het Parool, NRC Handelsblad, Avenue, Hollands Weekblad, Hollands Maandblad en Tirade.

Haar VN-columns, die vanaf 1962 wekelijks verschenen onder het pseudoniem Tamar, hadden een trouw publiek en werden gekenmerkt door een beknopte en heldere stijl, met soms zeer persoonlijke ontboezemingen over haar echtscheiding (gebundeld in Niets te verliezen en toch bang), haar ziekte multiple sclerose (gebundeld in Nee heb je (1985)) en uiteenlopende onderwerpen zoals Friedrich Weinreb (polemiek met Willem Frederik Hermans), bijstandsmoeders (polemiek met Hugo Brandt Corstius over Selma Vrooland), wereldpolitiek, binnenlandse aangelegenheden, katten en bloemen.

De vaststelling van MS in 1977 bracht grote veranderingen in haar leven teweeg. Rubinstein overleed op 61-jarige leeftijd. Ze werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied.

Kort na haar dood verscheen haar boek Mijn beter ik, waarin onthuld werd dat ze vanaf 1980 tot diens dood in 1987 een geheime verhouding had met Simon Carmiggelt. Eerder was ze getrouwd met de literair criticus Aad Nuis en met de psycholoog en columnist Jaap van Heerden.

Haar jongere zus Gerda Rubinstein is beeldhouwster.

Publieke stellingnames

Renate Rubinstein in 1988

In 1966 werd Rubinstein veroordeeld tot een geldboete wegens betrokkenheid bij het plakken van een affiche met de leuze 'mijn fiets terug' tegen Claus von Amsberg die op het punt stond met Prinses Beatrix te trouwen. Haar woede wegens dat huwelijk slikte ze publiekelijk in toen ze merkte dat ze Von Amsberg een sympathieke man vond. Later werd zij door de Rijksvoorlichtingsdienst gevraagd een portret van kroonprins Willem-Alexander te maken toen deze achttien jaar werd.

Hoewel Rubinstein zowel door haarzelf als door veel anderen als links beschouwd werd, bestempelde zij in haar Huizinga-lezing in 1982 ('Links en rechts in de politiek en in het leven') links als de 'dikste zuil van het ideeën-establishment', die volgens haar de klassenstrijd ten koste liet gaan van de veel fundamentelere strijd voor vrijheid van denken en spreken, daarbij ten onrechte poserend als anti-establishment. In haar laatste interview, in januari 1990, stelde ze dat ze het leuk vond iets anders te denken dan het dogmatisch-linkse weekblad (dat wil zeggen Vrij Nederland). Haar anti-totalitaire stellingnames en haar scepsis ten aanzien van sovjet-communisme, maoïsme, pacifisme en feminisme leidden dan ook regelmatig tot felle polemieken met onder anderen haar collega-VN-columnist Hugo Brandt Corstius, maar ook met de schrijver en essayist Willem Frederik Hermans in de Weinreb-affaire. De laatste verzette zich met name tegen haar aanval op Bep Turksma, met name in een polemiek over Collaboratie en Verzet, de door Rubinstein en haar toenmalige echtgenoot Aad Nuis geredigeerde driedelige 'autobiografie' van Friedrich Weinreb. Een rapport dat in 1976 door het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie werd opgesteld naar aanleiding van de kwestie, kwam met een conclusie die aansloot op Hermans' standpunt: Weinreb had tijdens de oorlog gecollaboreerd met de Duitsers. Rubinstein heeft echter nooit haar excuses aangeboden aan mevrouw Turksma.

In 1972 was ze als verslaggeefster voor Avenue aanwezig bij de strafzaak tegen Kōzō Okamoto, de overlevende terrorist van het Japanse Rode Leger van het bloedbad op Lod Airport in mei 1972, waarover zij schreef Okamoto in Tel Aviv, waarvan de titel kan worden herkend als een persiflage op Hannah Arendts Eichmann in Jerusalem.

Biografie

Hans Goedkoop begon in 1994 aan een biografie over Rubinstein in opdracht van het Fonds voor Bijzondere journalistiek, maar het boek is nog altijd niet voltooid. Wel publiceerde Goedkoop in 2015 Iedereen was er - een feest voor Renate Rubinstein waarin hij de viering van de vijftigste verjaardag van Renate Rubinstein in het huis van haar jongere broer beschrijft.

Prijzen

  • 1970 - Lofprijs van het Lucas-Ooms Fonds te Haarlem voor Jood in Arabië, Goi in Israël
  • 1979 - Multatuliprijs van de gemeente Amsterdam voor Niets te verliezen en toch bang
  • 1986 - Jan Greshoffprijs van de Jan Campertstichting voor Nee heb je
  • 1988 - Hélène de Montigny-prijs voor haar 'buitengewone verdienste ten opzichte van het mensdom in het algemeen' en 'voor haar moed, sprekend uit tal van publicaties'

Bibliografie

  • Namens Tamar (1964)
  • Met verschuldigde hoogachting (1966)
  • Jood in Arabië, Goi in Israël, deel 1 (1967)
  • Jood in Arabië, Goi in Israël, deel 2 (1970)
  • Sta ik toevallig stil (1970)
  • Tamarkolommen en andere berichten (1973)
  • Klein Chinees woordenboek (1975)
  • Was getekend Tamar (1977)
  • Niets te verliezen en toch bang (1978) (vertaald in het Duits)
  • Hedendaags feminisme (1979)
  • Ieder woelt hier om verandering (1979)
  • Niet de woorden, maar de stem (1979)
  • Een man uit Singapore (1980)
  • Twee eendjes en wat brood (1981)
  • Met gepast wantrouwen. Notities over de Hollandse ziekte (1982)
  • Links en rechts in de politiek en in het leven. Huizinga-lezing (1982)
  • Liefst verliefd (1983) (vertaald in het Duits)
  • Naar de bliksem? Ik niet (1984) (vertaald in het Duits)
  • Alexander. Een impressie van de kroonprins bij zijn achttiende verjaardag (1985)
  • Nee heb je; notities over ziek zijn (1985) (vertaald in het Engels en Duits)
  • Toekomstmuziek (1986)
  • Tijd van leven (1987)
  • Pleidooi voor de bevrijdingsdag, 5 mei lezing (1988)
  • Over mijn katten (1989)
  • Overgangscursus (1990)
  • Mijn beter ik (1991), over Simon Carmiggelt (ook vertaald in het Duits)
  • Wat vliegt de tijd (1992)
  • Verzameld Werk (4 delen) (1993-1995)
  • Over de liefde (1998)
  • Over Israël (2005)
  • Twijfel trainen. De Israëlische dagboeken 1951-1954 (2005)
  • Tussen kat en mens (2006)

Interviews met Rubinstein

Literatuur

  • Paul Damen, Renate Rubinstein. Amsterdam, Mets/Passatempo, 1993. ISBN 90-5330-068-6
  • Hans Goedkoop, Iedereen was er. Feest voor Renate Rubinstein. Amsterdam, Uitgeverij Augustus Atlas Contact, 2015. ISBN 978-90-450-3046-3
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.