Mariënwaard

Mariënwaard is de naam van een landgoed, een straat en een buurtschap in de Maastrichtse buurt Nazareth. In de buurtschap Mariënwaard liggen enkele gewone huizen en twee buitenplaatsen die beide behoren tot het landgoed Mariënwaard: La Grande Suisse en La Petite Suisse. Het landgoed maakt op zijn beurt deel uit van een landgoederenzone, het Buitengoed Geul & Maas.

Mariënwaard
La Grande Suisse vanaf de afgesloten Limmelderweg (2019)
LocatieMaastricht-Nazareth
Algemeen
Kasteeltypebuitenplaats met twee landhuizen
Gebouwd in18e-19e eeuw
Monumentale statusrijksmonument
Monumentnummer326352, 506879
La Petite Suisse langs de spoorlijn (2005)

Geschiedenis

Het landelijke gebied ten noorden van Maastricht was vanouds een geliefde vestigingsplaats voor welgestelden uit Maastricht. In de buurtschappen Weert en Mariënwaard waren het vooral leden van de fabrikantenfamilie Regout die een stempel drukten op het aanzien van het gebied. Rond 1850 werd hier de Spoorlijn Aken - Maastricht aangelegd, later volgde de Spoorlijn Maastricht - Venlo. Van 1853 tot 1933 had Mariënwaard een eigen treinstation, het Station Mariënwaard.

Mariënwaard en Vaeshartelt in het album van Petrus Regout van 1865
Duitstalige prentbriefkaart van Pensionat Marienwerth, 1901
Maquette Mgr. Van Rijtstichting, ca. 1970, met nieuwe school (links), paviljoens en te slopen pensionaat

Het grote landhuis heette aanvankelijk 'De Kangel' (genoemd naar de beek Kanjel), daarna 'La Grande Suisse' en thans weer – enigszins verwarrend – 'Mariënwaard'. Het dateert nog deels uit de eerste helft van de 18e eeuw, toen het door de familie Mewen werd bewoond. Latere bewoners waren de graven de Looz-Corswarem, baron de Rosen en ene Ransonnet. In 1862 verwierf de fabrikant Petrus (I) Regout het landgoed. Na een verbouwing kreeg het huis het huidige kasteelachtige uiterlijk. Op het zuidelijk deel van het terrein liet Regout omstreeks 1860 een villa bouwen, die als hotel-restaurant werd geëxploiteerd door de uit Aken afkomstige hotelier Wahlenberg. Enkele jaren later werd het bewoond door de oudste dochter van Regout, Mimi Weustenraad-Regout (1826-1898), die het in 1880 liet verbouwen door de Akense architect Wilhelm Wickop, die ook andere gebouwen voor de Regouts ontwierp.

Van 1875 tot 1954 was La Grande Suisse in gebruik als meisjesschool en pensionaat door de franciscanessen van Nonnenwerth, de Duitse tak van de franciscanessen van Heythuysen, die vanwege de Kulturkampf (1872-79) uit Duitsland gevlucht waren.[1] De zusters hadden hun klooster gevestigd in het nabije Huize Overbunde, waar ze tot 1920 eveneens een pensionaat bestierden. Het Deutsches Haushaltungspensionat "Marienwerth" werd geleidelijk vernederlandst in Pensionaat Mariënwaard en kreeg in 1954 de naam Mgr. J.G. van Rijtstichting.[2] Omstreeks 1970 kwam aan de noordzijde een nieuw schoolgebouw. In het park werden diverse paviljoens gebouwd. De door de zusters gebouwde kloostervleugels met kapel werden daarna gesloopt.

In 1940 werd La Petite Suisse door de Duitsers in beslag genomen en ingericht als Mutterheim, een kraamkliniek voorbehouden aan vrouwen van Duitse militairen en NSB-leden. Na de oorlog werd dit een kraaminrichting voor armlastige vrouwen. Vanaf 1951 was er een rusthuis voor jonge moeders gevestigd (Dr. Poelsstichting), daarna een algemeen herstellingsoord.[3]

In de jaren 1960 en 1970 werd ten westen van de spoorlijn het industrieterrein Beatrixhaven aangelegd, waardoor de rust en de sfeer van het landgoed danig werd verstoord. Tevens ging de samenhang met andere landgoederen in het gebied hierdoor deels verloren.

Recente ontwikkelingen

Het Station Maastricht Noord werd van 2011 tot 2013 gebouwd op ongeveer dezelfde plek waar tot 1933 Station Mariënwaard had gelegen. Bij het station (aan de kant van de Beatrixhaven) kwam een groot P+R parkeerterrein. Rond dezelfde tijd begon de aanleg van een ontsluitingsweg naar het industrieterrein Beatrixhaven. Deze vernieuwingen hebben enerzijds de sfeer van het landgoed (verder) aangetast; anderzijds is getracht deze aantastingen te compenseren door bomenaanplant, het zichtbaarder maken van de Kanjelbeek en de aanleg van een wandel- en fietsroute onder het spoor (onderdeel van de "Groene Loper"). De gemeente Maastricht heeft plannen om het netwerk van fiets- en voetpaden in het gebied sterk uit te breiden.[4]

Begin 21e eeuw werd de Landgoederenzone Maastricht-Meerssen opgericht om de samenhang in het gebied te herstellen. Vanaf 2008 werd de samenwerking uitgebreid met Valkenburg aan de Geul, waarmee het Buitengoed Geul & Maas ontstond.[5] Binnen dit gebied neemt Mariënwaard een centrale plaats in. Het hoofdgebouw van La Grande Suisse wordt anno 2019 herontwikkeld tot crematorium door de uitvaartondernemingen DELA en Monuta.[6] Op het achterterrein heeft zorgcentrum Xonar enkele paviljoens uit de jaren 1970(?) gesloopt. La Petite Suisse werd door de gemeente Maastricht in 2016 aangekocht, waarna diverse partijen via een tender konden inschrijven met hun plannen.[7] In 2019 werd bekend dat er een familiehotel in het pand gevestigd zal worden. Naast de gebruikelijke voorzieningen zal het hotel voorzien zijn van onder meer een speelkamer, een filmkamer, een speeltuin en een hondenlosloopveld. Het koetshuis wordt ingericht tot woonhuis van de hoteleigenaren.[8]

Beschrijving

La Grande Suisse

Exterieur

De oudste delen van het landhuis La Grande Suisse ("Groot-Zwitserland") dateren uit 1736. Later zijn hier diverse kloostervleugels en andere bijgebouwen omheen gebouwd. Het grote, bakstenen gebouw aan de zuidzijde van het terrein is omstreeks 1975 gesloopt, inclusief de neogotische kloosterkapel. De overgebleven delen vormen min of meer een vierkant vormen rondom een binnenplaats. De westgevel langs de straat, geflankeerd door mergelstenen torens, is in 1865-66 sterk verbouwd. Het asymmetrische lage middendeel is het oudst en wordt bekroond door een fronton, versierd met acanthusranken en de naam "Grande Suisse". Aan weerszijde van het middendeel zijn in de 19e eeuw hoekvolumes van Limburgse mergel gebouwd, die aan beide zijden bestaan uit een hoekpaviljoen van drie verdiepingen en een hoektoren van respectievelijk vijf of zes verdiepingen. De zuidvleugel, die uitzicht biedt op het restant van het park, heeft een gepleisterde neoclassicistische gevel, die ook hier weer bekroond wordt met een fronton. Hierop is een reliëfvoorstelling afgebeeld van de godin van de vrede op een leeuw, omringd door acanthusranken. De noordelijke en oostelijke vleugels bestaan grotendeels uit 19e- en 20e-eeuwse onderdelen.[9] Op het achterterrein zijn in de 20e eeuw moderne paviljoens gebouwd (Mgr. J.G. van Rijtstichting; gedeeltelijk gesloopt omstreeks 2018). Aan de noordzijde ligt een school voor voortgezet speciaal onderwijs (Don Boscoschool).

Interieur

Van het oorspronkelijke interieur is weinig bewaard gebleven. In de salon bevindt zich een marmeren schouw in 18e-eeuwse stijl. Een deel van de trappenhuizen en deuren (deels met glas in lood) zijn 19e- of begin 20e-eeuws.

Tuin

Onderdeel van het landgoed was ooit een omgrachte Franse tuin met vijvers, die door de Kanjelbeek werden gevoed. Van de tuinaanleg is behalve enkele overwoekerde vijvers en monumentale bomen weinig meer over. Bijzonder zijn de pijlers annex poortgebouwtjes aan de straatzijde, die een betreedbare ruimte bevatten. Aan de overkant van de straat staat een monumentaal hekwerk tussen mergelstenen pijlers (omstreeks 1988 verplaatst in verband met de aanleg van de Limmelderweg). Ook bewaard bleven twee barokke tuinpaviljoens, die echter in vervallen staat verkeren.[10] Uit de tijd van de franciscanessen dateert een Mariabeeld in de tuin (in 2004 nog aanwezig; in 2019 alleen de sokkel). Het kerkhof van de zusters franciscanessen werd omstreeks 1980 geruimd. Op het bosachtige achterterrein bevinden zich restanten van de kerkhofmuur rondom een opgehoogd terrein.[11]

La Petite Suisse

Exterieur

De villa 'La Petite Suisse' ("Klein-Zwitserland"), ook wel 'Villa Kanjel' of 'Doctor Poelsoord' genoemd, dateert grotendeels uit 1880 en is een ontwerp van Wilhelm Wickop. Het landhuis heeft een rechthoekig grondplan met witgepleisterde gevels, met leien gedekte schilddaken en een vijf verdiepingen hoge toren.[12][13] Anno 2014 wordt de villa in afwachting van herontwikkelingsplannen gebruikt voor diverse culturele activiteiten.

Interieur

Het interieur van La Petite Suisse is min of meer intact gebleven. Het souterrain heeft bakstenen tongewelven. De vloeren bestaan hier uit klinkerbestrating. Op de begane grond trekt de centrale hal de meeste aandacht met een neoclassicistische (of neo-empire) vormgeving, marmeren vloeren, stucplafonds en een kristallen kroonluchter. De eetzaal heeft witmarmeren schoorsteenmantels, een eiken parketvloer en lambriseringen, gestucte consoles en een stucplafond. In de keuken is de tegelvloer en haardpartij van belang. Het interieur van de bovenverdieping is relatief sober. Er bevinden zich eiken paneeldeuren in kozijnen. Op deze verdieping is een kapelruimte ingericht. De stalen kozijnen met glas-in-loodvensters (F. Griesenbrock, 1966) zijn in 1994 verplaatst naar een aangrenzende ruimte en naar de zolder.[12]

Tuin

De Engelse landschapstuin van circa 5,8 hectare werd aangelegd naar een ontwerp van de Belgische landschapsarchitect Jean Gindra. Het park wordt van noordwest tot zuidoost doorsneden door een rechte oprijlaan met aan weerszijden met een rij beuken. Het voorste, noordwestelijke parkdeel grenst aan de oprijlaan en bestaat uit een parkweide, die wordt doorsneden door slingervijvers en bochtige paden. Hier zijn boomgroepen en solitaire bomen te vinden van onder andere rode beuk, rode berk, es, kastanje, plataan en diverse heesters. Door gebrek aan onderhoud heeft dit deel in de loop der jaren een bosachtig karakter gekregen. Het achterste, zuidoostelijke parkdeel, doorlopend tot aan de snelweg A2, is vanouds bebost en wordt door enkele slingerpaden doorsneden. Tussen de villa en de grote vijver aan de achterzijde staat een rode beuk met een omtrek van ruim 6 m. De hoogste boom (37,8 m) is een Canadese populier, die midden in het park staat.[14]

De vijvers en waterlopen door en langs het park zijn afgetakt van het beekje de Kanjel. Verspreid door het park bevinden zich een drietal bruggen uit 1900 met smeedijzeren leuningen. Aan de straatzijde staan twee paren mergelstenen hekpijlers met daartussen smeedijzeren hekwerken. Al deze elementen, evenals de tuin zelf, genieten bescherming als rijksmonument.[15] Aan de noordzijde van de villa ligt direct aan de oprijlaan een koetshuis met twee koetsierswoningen. Het heeft een U-vormige plattegrond en een afgeplat mansardedak. Het gebouw uit 1880 in eclectische stijl is in 1994 gerenoveerd, waarbij sommige details verloren zijn gegaan. De aan de noordzijde aangebouwde stal is niet beschermd.[16]

Zie ook

Bronnen en referenties

Zie de categorie Mariënwaard (Maastricht) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.

This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.