Piet Moeskops

Pieter Daniel (Piet) Moeskops (Loosduinen, 13 november 1893Den Haag, 16 november 1964) was een Nederlands wielrenner, die in de jaren twintig van de twintigste eeuw vijfmaal wereldkampioen sprint werd.

Piet Moeskops in 1919
Piet Moeskops in 1919

Als jongen bracht hij op de fiets bestellingen rond voor de zaak van zijn vader. Al in 1914 werd hij voor het eerst Nederlands kampioen op de sprint. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden er geen internationale wedstrijden gereden. Pas na de oorlog werd Moeskops professional.

In 1921 won hij zijn eerste wereldtitel, door regerend wereldkampioen Robert Spears uit Australië te verslaan. Hij werd de drie volgende jaren opnieuw wereldkampioen, en ook in 1926. Alleen in 1925 werd hij, nota bene in Amsterdam, in de halve finale uitgeschakeld. In 1929 en 1930 haalde hij nog de finale, maar werd beide keren verslagen door de Fransman Michard. Hij werd acht keer Nederlands kampioen bij de profs, de laatste maal in 1932.

Piet Moeskops was, in een tijd dat de topsport net de kinderschoenen was ontgroeid, een groot tacticus. Hij bestudeerde zijn tegenstanders zo nauwgezet, dat hij regelmatig de plek kon voorspellen waar iemand hem zou aanvallen en waar hij hem voorbij zou rijden. Over hem schreef de sportjournalist Joris van den Bergh het boek Te midden der kampioenen (1942). Voor een baanwielrenner was hij fors van gestalte, zodat hij (zo'n tachtig jaar vóór Pierre van Hooijdonk) de bijnaam "Big Pete" kreeg.

Alhoewel Moeskops erg populair was, ontstonden er rond hem enkele controversen. Na een gewonnen WK kreeg hij eens uit het publiek een Nederlandse vlag aangereikt. Deze hing hij enkele ogenblikken over het stuur om de greep op de fiets niet te verliezen. De kranten schreven daags daarna kolommen vol, omdat hij de driekleur niet met respect zou hebben behandeld. Ook klaagden zij soms over de huldigingen die hij kreeg, die zij maar overdreven vonden.

In 1930 onderging Piet Moeskops een zware operatie, die het einde van zijn wielerloopbaan versnelde. Zijn laatste grote overwinning was in de Grote Prijs van Alis (Frankrijk) in 1933. Daarna werd hij eigenaar van een café. Zijn successen maakten het baanrennen in Nederland zeer geliefd en hebben ongetwijfeld bijgedragen aan de komst van nieuwe grote sprinters, zoals Arie van Vliet en Jan Derksen.

Piet Moeskops was in 1963 nog op televisie te bewonderen, toen hij in het praatprogramma "Voor de vuist weg" van Willem Duys in de studio een surplace uitvoerde. Een jaar later overleed hij op 71-jarige leeftijd.

Moeskops ligt begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen te Den Haag. De gemeenten Nijmegen en Gouda hebben naar hem een straat vernoemd. Enkele jaren geleden heeft Den Haag een straat naar hem vernoemd in een nieuwbouwwijk in 'zijn' Loosduinen.

Zie de categorie Piet Moeskops van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
This article is issued from Wikipedia. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.