Hermann Fegelein
Hermann Otto Fegelein (Ansbach, 30 oktober 1906 – Berlijn, 29 april 1945) was een Duits SS-officier.
Hermann Otto Fegelein
| ||||
Hermann Fegelein in de Sovjet-Unie (1942) | ||||
Bijnaam | Flegelein[1] | |||
Geboren | 30 oktober 1906 Ansbach, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | 29 april 1945 Berlijn, nazi-Duitsland | |||
Land/zijde | ||||
Onderdeel | ||||
Dienstjaren | 1925 - 1945 | |||
Rang | SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS | |||
Eenheid | MG Zug 17. (Bayerisches) Reiter-Regiment (Reichswehr)[2] | |||
Bevel | SS-Kavallerie-Brigade 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer (april 1942 - augustus 1943) 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer (14 mei 1943 - 13 september 1943) 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer (22 oktober 1943 - 1 januari 1944) | |||
Slagen/oorlogen | Tweede Wereldoorlog | |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Levensloop
In de jaren twintig en dertig deed Fegelein, een begenadigd ruiter, mee aan diverse Europese ruitertoernooien.
Op 1 augustus 1932 trad Fegelein toe tot de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP) en de Sturmabteilung (SA). Bij de SA werd hij ingezet bij de Reiter-SA, dat - na de machtsovername van de SS ten opzichte van de SA in 1934 - in de Reiter-SS veranderde. Binnen de SS maakte Fegelein snel carrière en in 1937 werd hij directeur van de Opperste rijschool van de SS. In 1942 werd Fegelein SS-Oberführer (brigadegeneraal) en trad tevens toe tot de Waffen-SS. In 1943 werd hij SS-Brigadeführer (generaal-majoor) en generaal-majoor van de Waffen-SS. Na zijn huwelijk in juni 1944 met Gretl Braun, de jongere zus van Eva Braun, werd hij gepromoveerd tot SS-Gruppenführer (luitenant-generaal) en Gruppenführer van de Waffen-SS. Hij werd tevens toegevoegd aan de staf van Heinrich Himmler, de leider van de SS. In die functie trad hij op als verbindingsman van Himmler in Berlijn (Himmler verbleef zelf even buiten Berlijn).
Tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog verbleef hij met onder anderen Hitler, Eva Braun, Joseph Goebbels, Martin Bormann in de ondergrondse Führerbunker. Op 29 april 1945 bleek Fegelein echter spoorloos verdwenen. Hitler zond SS'ers om hem te zoeken. Die vonden hem in burgerkleding bij zijn huis. Hij werd gearresteerd en naar de bunker teruggebracht. Aannemelijk is dat Fegelein probeerde te vluchten. Zijn vlucht werd door Hitler uitgelegd als onderdeel van Heinrich Himmlers plan om vrede te sluiten met de Westerse geallieerden. Fegelein werd gedegradeerd tot soldaat en later die dag door een 'krijgsraad' ter dood veroordeeld en geëxecuteerd.
Het lot van Fegelein
Over de zekerheid aangaande Fegeleins dood wordt in historische geschriften echter verschillend gedacht. In The Last Days of Hitler, merkt historicus Hugh Trevor Roper op dat: “De werkelijke situatie omtrent de executie van Fegelein een van de weinige onderwerpen in dit boek is waarover geen absolute zekerheid is te vergaren.”
Journalist James O’Donnell ontdekte in zijn onderzoek dat er verschillende theorieën zijn over wat er precies met Fegelein gebeurd is. Veel van de theorieën spreken elkaar tegen. Er is zelfs een theorie dat het Adolf Hitler zelf was die Fegelein doodschoot. Lange tijd was de theorie dominant dat Fegelein is geëxecuteerd na een veroordeling door een tribunaal. Generaal Wilhelm Mohnke, die voorzitter was van het tribunaal, vertelde O’Donnell het volgende:
“Adolf Hitler gaf me de opdracht een tribunaal op te zetten dat ik zelf moest gaan voorzitten. Ik besloot dat de beschuldigde (Fegelein) het recht had berecht te worden door een tribunaal dat bestond uit hoge officieren. De leden waren de generaals Wilhelm Burgdorf, Hans Krebs, Johann Rattenhuber en ikzelf. Op dat moment hadden we de intentie een rechtszaak te gaan houden. Het tribunaal vond plaats in een kamer in de buurt van mijn commandopost. Wij, de militaire rechters, namen plaats aan de tafel met het Duitse handboek voor militaire tribunalen voor ons. Toen we wilden gaan zitten, begon aangeklaagde Fegelein zich op zo’n woeste manier te gedragen dat de rechtszaak niet plaats kon vinden. Hij was stomdronken en keek vreemd uit zijn ogen. Fegelein betwistte de rechtsgeldigheid van het tribunaal en bleef roepen dat hij alleen maar verantwoording schuldig was aan Heinrich Himmler, en aan niemand anders dan Himmler. Ook niet aan Hitler. Hij weigerde zichzelf te verdedigen, trilde enorm en bibberde terwijl hij constant schreeuwde en vloekte. Hij haalde zelfs zijn penis uit zijn broek en begon op de vloer te urineren. De situatie was onmogelijk. Aan de ene kant was het – gebaseerd op het beschikbare bewijs, inclusief zijn eigen verklaring – duidelijk dat deze trieste officier gedeserteerd was. Aan de andere kant was het duidelijk voorgeschreven dat geen enkele Duitse soldaat berecht kon worden indien deze niet voldoende helder van geest en lichaam was, teneinde het aangevoerde bewijs te kunnen aanhoren. Ik bekeek de voorschriften nogmaals en overlegde met de andere rechters. Volgens ons was Hermann Fegelein niet in staat om voor het tribunaal te staan, hij kon letterlijk niet eens meer staan. Daarop sloot ik de procedure. Ik droeg Fegelein over aan SS-generaal Rattenhuber en zijn veiligheidsdienst. Ik heb de man daarna nooit meer gezien.” (O’Donnell, The Bunker, 1978)
Een aantal andere betrokkenen dat in de bunker aanwezig was, verklaart dat Wilhelm Mohnke loog en dat het Mohnke zelf was die Fegelein vermoordde en dat hij met zijn verklaring probeerde zich zodoende van alle schuld te zuiveren. De situatie was gecompliceerd omdat Mohnke het enige lid was van het veronderstelde tribunaal dat de oorlog overleefde. Hans Krebs en Wilhelm Burgdorf pleegden zelfmoord op 2 mei. Alhoewel Johann Rattenhuber de oorlog overleefde – hij werd tot in de jaren 50 door het Rode Leger in gevangenschap gehouden – stierf hij kort na zijn vrijlating en kon dus niet meer ondervraagd worden omtrent Fegelein.
Hoewel O’Donnell opmerkt dat niemand daadwerkelijk getuige was van de executie van Fegelein (of als dat wel zo was, daarover zweeg), concludeert hij samen met veel andere historici dat Fegelein slachtoffer werd vanwege het verraad van zijn baas, Himmler, alsmede vanwege geruchten dat zijn maîtresse een spion zou zijn. Fegelein werd daardoor op bevel van Hitler geëxecuteerd zonder voor een tribunaal gestaan te hebben. Waarschijnlijk is hij opgehangen door leden van de SS in een nabijgelegen kelder. Verder merkte O’Donnell op dat Hitler zijn bruiloft met Eva Braun afhield totdat hij wist dat Fegelein vermoord was. Dit was bedoeld als middel om te voorkomen dat Hitler een verrader als zwager zou hebben.
Een enkele overlevende van de bunker zegt dat Eva Braun gesmeekt heeft of Hitler haar zwager wilde sparen. Anderen zeggen dat ze het helemaal niet voor hem opgenomen heeft. Wel is men het er over eens dat Eva Braun kort na de arrestatie van Fegelein aan Hitler vertelde dat haar zus zwanger van Fegelein was en dat Hitler daardoor aanvankelijk heeft overwogen hem zonder straf vrij te laten. Men is het er niet over eens of Braun geprobeerd heeft Fegelein vrij te krijgen nadat Hitler hem al ter dood veroordeeld had.
Opvallend is dat Fegeleins ouders – die de oorlog overleefden – beweerden via een derde persoon berichten te hebben ontvangen dat hun zoon na de oorlog ondergedoken was.
In 2006 gaf Rochus Misch een interview aan het Duitse weblog www.roland-harder.de over de zaak Fegelein. Misch was de laatste nog in leven zijnde getuige van gebeurtenissen in de Führerbunker kort voor het einde van de Tweede Wereldoorlog. Op de vraag wat er gebeurde toen duidelijk werd dat Fegelein zonder toestemming uit de bunker was vertrokken, zei hij:
Fegelein was niet in de bunker. Ik heb hem thuis geprobeerd te bellen, maar kreeg hem niet te pakken. Daarop kwam het Reichssicherheitskommando in actie. Die troffen hem in zijn woning aan. Fegelein vroeg zich onverschillig af wat hij nog in de bunker te zoeken had. Daarna is het commando weer vertrokken. Iemand vertelde me dat Fegelein een vrouw op bezoek had, toen het commando hem kwam opzoeken. Het zou gaan om een presentatrice van de Duitse radio. Of dat waar is weet ik niet, maar dat is wat ik te horen kreeg. Over wat er verder met Fegelein gebeurd is, kan ik alleen maar vertellen wat men me er over verteld heeft. Toen Bormann ervan hoorde, schreeuwde hij: 'Erheen, meteen, arresteren!' Later werd hij verhoord door generaal Krebs en generaal Burgdorf. Ik weet niet of er nog meer mensen aanwezig waren bij dat verhoor. Hoe dan ook, Fegelein werd ter dood veroordeeld omdat hij gedeserteerd was. Mensen van de Reichssicherheitsdienst vertelden me, dat de Kriminalrat Hogl, een lid van de Reichssicherheitsdienst, het bevel gaf Fegelein dood te schieten. Het gebeurde ergens in een deel van de bunker. Hij werd van achteren door die RSD-man neergeschoten. Men heeft me ook de naam verteld van degene die hem doodgeschoten zou hebben, maar die naam ga ik niet noemen. |
Hoewel Rochus Misch een verklaring gaf die op details verschilt van andere verklaringen, leek ook hij er dus van uit te gaan dat Hermann Fegelein geëxecuteerd is. Misch benadrukte daarbij wel duidelijk dat hij deze informatie van horen zeggen had.
Op claims van Fegeleins ouders na, wijst alles er op dat Hermann Fegelein stierf op 29 april 1945. Geen van de getuigen uit de bunker heeft ooit anders gesuggereerd.
Fegeleins vrouw, die waardevolle juwelen erfde van Eva Braun, overleefde de oorlog en kreeg op 5 mei 1945, zes dagen na de dood van haar man, een dochter die vernoemd werd naar haar tante; Eva Barbara Fegelein. Eva Fegelein pleegde in 1971 zelfmoord.
Militaire loopbaan
- SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS: 21 juni 1944[2][3][4]
- SS-Brigadeführer en Generalmajor der Waffen-SS: 1 mei 1943[2][3][5]
- SS-Oberführer der Waffen-SS: 1 december 1942 - 1941[3]
- SS-Standartenführer der Waffen-SS: 1 februari 1942[2][5]
- SS-Standartenführer der Allgemeine-SS: 25 juli 1937[2] - 1938[3][6]
- SS-Obersturmbannführer der Reserve: 1 maart 1940[2][5]
- SS-Obersturmbannführer der Allgemeine-SS: 30 januari 1937[2][3][6]
- SS-Sturmbannführer der Allgemeine-SS: 30 januari 1936[2][3][6]
- SS-Hauptsturmführer der Allgemeine-SS: 9 november 1934[2][6][7]
- SS-Obersturmführer der Allgemeine-SS: 20 april 1934[3][6][7]
- SS-Sturmführer der Allgemeine-SS: 12 juni 1933[2][3][6][7]
- SS-Mann: 10 april 1933[2]
- Politiedienst: 1927[3]- 1929
- Offiziersanwärter: 1925[3]
Registratienummers
Decoraties
- Ridderkruis op 2 maart 1942 als SS-Standartenführer in de SS-Kavallerie-Brigade / XXIII.Armeekorps / 9.Armee / Heeresgruppe Mitte[3][8][9][10]
- Ridderkruis met Eikenloof (nr.157) op 22 december 1942 als SS-Oberführer en commandant Kampfgruppe / Heeresgruppe Mitte[3][9][11][12]
- Ridderkruis met Eikenloof en Zwaarden (nr. 88) op 30 juli 1944 als SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS en commandant van het 8. SS-Kavallerie-Division Florian Geyer[3][9][13]
- IJzeren Kruis 1939, 1e klasse (15 december 1940) en 2e klasse (28 juni 1941)[9][14]
- Duits Kruis in goud op 1 november 1943 als SS-Brigadeführeren Generalmajor der Waffen-SS in de SS-Kavallerie-Division[9][15]
- Nahkampfspange in brons, zilver (11 september 1943[9][16]) en goud[17]
- Sportinsigne van de SA in brons[18]
- Duits Olympisch Ereteken, 1e klasse "Voor zeer bijzondere verdienste bij het organiseren van de spelen."[18]
- Storminsigne van de Infanterie in zilver[16]
- Allgemeines Sturmabzeichen in zilver[9][16]
- Dienstonderscheiding van de NSDAP in brons voor (10 dienstjaren)[3][9][18]
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 2e klasse met Zwaarden op 1 september 1942[3][5]
- Medaille ter Herinnering aan de 13e Maart 1938[9]
- Anschlussmedaille met Gesp Prager Burg[3][9]
- Medaille Winterschlacht im Osten 1941/42 op 1 september 1942[5][9]
- Ehrendegen des Reichsführers-SS
- SS-Ehrenring
- Duitse Ruiter Onderscheiding in goud[3][18]
- Militaire Dapperheidsmedaille (Roemenië) in 1942[3]
- Ridder in de Orde van de Kroon van Roemenië met Zwaarden in 1942[3]
- Medaille voor Militaire Dapperheid in zilver[3][9]
- Gewondeninsigne in zilver op 20 juli 1944[3][16][18]
- Gewondeninsigne in zwart (?) en zilver[16]
- Rijksinsigne voor Sport in brons[18]
- Fegelein (rechts) met Karl Gesele, 1942.
- Bernard Griese (links), Heinz Gödecke (midden), Fegelein en Rudolf Pannier (rechts).
- Fegelein en Wilhelm Bittrich in Rusland, 21 juni 1942.
- Concert in het Berlijnse radiostation op Pinkstermaandag 1942, met de nieuwe Ridderkruisdragers Oberstleutnant Bernard Griese, SS-Sturmbannführer Rudolf Pannier en SS-Standartenführer Fegelein
Bronnen, noten en/of referenties
|
20 april: | Hermann Göring · Heinrich Himmler |
21 april: | Robert Ley · Karl-Jesko von Puttkamer |
22 april: | Karl Gebhardt · Julius Schaub · Christa Schroeder · Johanna Wolf · Eckhard Christian |
23 april: | Albert Bormann · Theodor Morell · Hugo Blaschke · Joachim von Ribbentrop · Albert Speer |
24 april: | Walter Frentz |
28 april: | Robert Ritter von Greim · Hanna Reitsch · Walter Wagner |
29 april: | Bernd Freytag von Loringhoven · Gerhard Boldt · Rudolf Weiss · Wilhelm Zander · Heinz Lorenz · Willy Johannmeyer |
30 april: | Nicolaus von Below |
1 mei: | Wilhelm Mohnke · Traudl Junge · Gerda Christian · Constanze Manziarly · Else Krüger · Otto Günsche · Walther Hewel · Ernst-Günther Schenck · Hans-Erich Voss · Johann Rattenhuber · Peter Högl · Werner Naumann · Martin Bormann · Heinz Linge · Erich Kempka · Heinrich Doose · Hans Baur · Georg Betz · Ludwig Stumpfegger · Artur Axmann · Günther Schwägermann · Ewald Lindloff · Hans Reisser · Armin D. Lehmann · Josef Ochs · Heinz Krüger · Werner Schwiedel · Gerhard Schach · Hans Fritzsche |
2 mei: | Helmuth Weidling · Hans Refior · Theodor von Dufving · Siegfried Knappe · Rochus Misch |
Nog steeds aanwezig op 2 mei: | Erna Flegel · Werner Haase · Helmut Kunz · Fritz Tornow · Johannes Hentschel · Liselotte Chervinska |
Pleegde zelfmoord: | Alwin-Broder Albrecht · Ernst-Robert Grawitz · Adolf Hitler · Eva Braun · Joseph Goebbels · Magda Goebbels · Wilhelm Burgdorf · Hans Krebs · Franz Schädle |
Geëxecuteerd: | Hermann Fegelein |
Vermoord: | kinderen van Goebbels · Blondi |
Onbekend: | Heinrich Müller |
Zie de categorie Hermann Fegelein van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp. |