Heinrich Müller (Gestapo)
Heinrich Müller, ook 'Gestapo-Müller' genoemd, (München, 28 april 1900 - waarschijnlijk Berlijn, 1-2 mei 1945) was het hoofd van de Gestapo, het Amt IV van het RSHA, vanaf 1939 tot zijn verdwijning op het einde van de Tweede Wereldoorlog op 29 april 1945.
Heinrich Müller
| ||||
Heinrich Müller (1941) | ||||
Bijnaam | "Gestapo Müller"[1] | |||
Geboren | 28 april 1900 München, Duitse Keizerrijk | |||
Overleden | wrsch. 1-2 mei 1945 wrsch. Berlijn | |||
Religie | Katholiek[2] | |||
Land/zijde | ||||
Onderdeel | ||||
Dienstjaren | 1933 - 1945 | |||
Rang | SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Polizei | |||
Eenheid | München Politie 1919–1933 Gestapo 1933–1945 SS, RSHA | |||
Bevel | Hoofd van de Gestapo | |||
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |||
Onderscheidingen | Zie decoraties | |||
|
Achtergrond
Müller nam in 1917 vrijwillig dienst bij het Duitse leger. Na afloop van de Eerste Wereldoorlog kwam hij bij de politie van München terecht, waarvan hij in 1929 secretaris van het politieke politie-onderdeel was met als opdracht om communistische organisaties te bestrijden. In 1934 werd hij lid van de SS en overgeplaatst naar Berlijn, waar hij werkzaam was bij de Gestapo en diverse hoge posten bekleedde. In 1938 werd hij ook lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij.
Hoofd van de Gestapo
Müller was een protegé van Reinhard Heydrich, en Müllers rang in de SS steeg pas na de Nacht van de Lange Messen op 30 juni 1934. Als hoofd van de Gestapo stond Müller rechtstreeks onder Heydrich en, na diens dood, onder Ernst Kaltenbrunner.
Heinrich Müller was een hoofdrolspeler in de organisatie van de ergste oorlogsmisdaden die het naziregime heeft begaan. Zo was hij aanwezig op de Wannseeconferentie waarop de uitmoording van het Joodse volk werd uitgewerkt. Een van zijn directe ondergeschikten was Adolf Eichmann, de logistieke organisator van de Holocaust.
Müllers einde
In 1945 werd Müller als dood beschouwd, maar in 1963 werd zijn graf geopend en leeg bevonden. De gebruikelijke complottheorieën deden de ronde over zijn leven na de oorlog. Eind 2013 berichtten Duitse kranten echter over de bevindingen van onderzoeker Johannes Tuchel: Müllers lijk zou in augustus 1945 reeds gevonden en overgebracht zijn naar een massagraf op een Joodse begraafplaats in Berlijn-Centrum (Grosse Hamburgerstrasse), vlak bij de plaats van het voormalige Gestapo-hoofdkwartier. Volgens de mededeling van een grafdelver zou hij aanvankelijk haastig begraven zijn in zijn uniform met zijn identiteitspapieren op zak. Zijn daarop volgende bijzetting in een massagraf wordt bevestigd door een document uit het archief van het bevolkingsregister Berlijn-Centrum. Het lijkt erop dat Müller in de nacht van 1 op 2 mei 1945, tijdens de Slag om Berlijn, zelfmoord heeft gepleegd, maar misschien is hij ook als zovele anderen omgekomen in de laatste stuiptrekkingen van het Derde Rijk.[3][4][5][6]
Militaire loopbaan
- SS-Untersturmführer 20 april 1934[7]
- SS-Obersturmführer: 4 juli 1934[7][5]
- SS-Hauptsturmführer: 30 januari 1935[7]
- SS-Sturmbannführer: 20 april 1936[7]
- SS-Obersturmbannführer: 9 november van 1936[7]
- SS-Standartenführer: 30 januari van 1937
- SS-Oberführer: 20 april van 1939
- SS-Brigadeführer en Generalmajor der Polizei (effectief 16 december van 1940): 14 december 1940
- SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Polizei: 9 november 1941[8]
Decoraties
- Ridderkruis van het Kruis voor Oorlogsverdienste[8]op 10 oktober 1944[9]
- Kruis voor Oorlogsverdienste, 1e klasse en 2e klasse met Zwaarden[8][9]
- Militair Kruis van Verdienste
- Gouden Ereteken van de NSDAP
- Anschlussmedaille
- Medaille ter Herinnering aan de 13e Maart 1938
- Erekruis voor de Wereldoorlog[8]
- SS-Ehrenring[7][8]
- Ehrendegen des Reichsführers-SS[7][8]
- Landesorden[8]
- IJzeren Kruis 1914, 1e klasse en 2e klasse[2][5]
20 april: | Hermann Göring · Heinrich Himmler |
21 april: | Robert Ley · Karl-Jesko von Puttkamer |
22 april: | Karl Gebhardt · Julius Schaub · Christa Schroeder · Johanna Wolf · Eckhard Christian |
23 april: | Albert Bormann · Theodor Morell · Hugo Blaschke · Joachim von Ribbentrop · Albert Speer |
24 april: | Walter Frentz |
28 april: | Robert Ritter von Greim · Hanna Reitsch · Walter Wagner |
29 april: | Bernd Freytag von Loringhoven · Gerhard Boldt · Rudolf Weiss · Wilhelm Zander · Heinz Lorenz · Willy Johannmeyer |
30 april: | Nicolaus von Below |
1 mei: | Wilhelm Mohnke · Traudl Junge · Gerda Christian · Constanze Manziarly · Else Krüger · Otto Günsche · Walther Hewel · Ernst-Günther Schenck · Hans-Erich Voss · Johann Rattenhuber · Peter Högl · Werner Naumann · Martin Bormann · Heinz Linge · Erich Kempka · Heinrich Doose · Hans Baur · Georg Betz · Ludwig Stumpfegger · Artur Axmann · Günther Schwägermann · Ewald Lindloff · Hans Reisser · Armin D. Lehmann · Josef Ochs · Heinz Krüger · Werner Schwiedel · Gerhard Schach · Hans Fritzsche |
2 mei: | Helmuth Weidling · Hans Refior · Theodor von Dufving · Siegfried Knappe · Rochus Misch |
Nog steeds aanwezig op 2 mei: | Erna Flegel · Werner Haase · Helmut Kunz · Fritz Tornow · Johannes Hentschel · Liselotte Chervinska |
Pleegde zelfmoord: | Alwin-Broder Albrecht · Ernst-Robert Grawitz · Adolf Hitler · Eva Braun · Joseph Goebbels · Magda Goebbels · Wilhelm Burgdorf · Hans Krebs · Franz Schädle |
Geëxecuteerd: | Hermann Fegelein |
Vermoord: | kinderen van Goebbels · Blondi |
Onbekend: | Heinrich Müller |