Hans Baur
Hans Baur (Ampfing, 19 juni 1897 – Herrsching, 17 februari 1993) was Adolf Hitlers persoonlijke piloot van 1933 tot 1945.
Hans Baur
| ||
Geboren | 19 juni 1897 Ampfing, Beieren, Duitse Keizerrijk | |
Overleden | 17 februari 1993 Herrsching, Beieren, Duitsland | |
Rustplaats | Westfriedhof München, Munich (München), Münchener Stadtkreis, Beieren, Duitsland[1][2] | |
Land/zijde | ||
Onderdeel | ||
Dienstjaren | 1915 – 1918 1933 – 1945 | |
Rang | SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS | |
Eenheid | Flieger-Abteilung 295 Die Fliegerstaffel des Führers | |
Bevel | Regierungsstaffel | |
Slagen/oorlogen | Eerste Wereldoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Jeugd
Baur volgde een opleiding aan de Ludwigs-Realschule en studeerde af als handelaar. In 1915 nam Baur als vrijwilliger bij de veldartillerie deel aan de Eerste Wereldoorlog. Al snel volgde hij een opleiding tot piloot nabij Augsburg. Na het behalen van de opleiding werd hij aan het westfront ingezet als artillerievlieger.
Weimarrepubliek
In 1919 trad Baur toe tot het Freikorps Epp.[3] Nog datzelfde jaar werd hij vlieger bij de militaire luchtpost in Fürth. Tussen 1921 en 1923 was hij piloot bij Bayerischen Luftlloyd en daarna vloog hij voor Junkers.
In 1926 werd Baur piloot bij Lufthansa, waar hij tot 1933 in dienst bleef. Datzelfde jaar trad Baur toe tot de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP; lidmaatschapsnummer 48.113)[4][5] Baur was bij de verkiezingen in 1932 piloot van Adolf Hitler. Ondertussen trad hij toe tot de Schutzstaffel (SS; lidmaatschapsnummer 171 865).[4][5]
Nazi-Duitsland
Hitlers vertrouwen in hem was groot, want in 1933 werd Baur belast met de opbouw van een regeringseskader, genaamd “Reichsregierung”.[3] Tevens werd hij door Hitler benoemd als zijn vaste piloot. Georg Betz werd aangesteld als zijn plaatsvervanger. In oktober van dat jaar werd hij bevorderd tot SS-Standartenführer. Nog geen jaar later trad hij als SS-Oberführer in dienst bij de Reichssicherheitsdienst. In 1944 werd hij vanwege zijn diensten beloond met de rangen van SS-Brigadeführer en Generalmajor van de politie.[3]
Op 24 februari 1945 werd Baur bevorderd tot SS-Gruppenführer en Generalleutnant van de Waffen-SS. Tijdens de laatste dagen van de Tweede Wereldoorlog bevond Baur zich in de nabijheid van Adolf Hitler. Baur had een ontsnappingsplan gemaakt, waarbij Hitler met een Fieseler Fi 156 Storch vanaf een geïmproviseerd vliegveld bij de Tiergarten kon ontsnappen. Hitler weigerde echter deze ontsnappingsroute te gebruiken en meldde, nadat anderen zoals Hanna Reitsch en Robert Ritter von Greim hem al met succes hadden gebruikt, dat Baur samen met Martin Bormann deze route moest gebruiken.
Op 1 mei 1945, na Hitlers zelfmoord, probeerde Baur via deze route te ontsnappen, maar dat bleek niet meer mogelijk, vanwege de vergevorderde Russische opmars. Baur vluchtte samen met Bormann en enkele anderen richting de frontlinie van de westelijke geallieerden. Tijdens deze vlucht, waarin Baur het contact met Bormann verloor, werd hij in het been geschoten en door de Sovjets krijgsgevangen gemaakt. De verwonding aan het been was dusdanig, dat het moest worden geamputeerd.
Naoorlogse periode
Baur werd veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en was voor velen een van de meest interessante gevangenen, daar men dacht dat hij, voor de val van Berlijn, Hitler naar een veilige bestemming had gevlogen. Baur heeft dit altijd ontkend. In 1955 kwam Baur vrij en keerde terug naar West-Duitsland.[3] Daar schreef hij in 1957 zijn autobiografie “Ich flog mit den Mächtigen der Erde”. Hans Baur stierf in 1993 op 95-jarige leeftijd.
Militaire loopbaan
- Kriegsfreiwilliger:[2]
- Gefreiter: 1915[2]
- Vizefeldwebel: juni 1918[2]
- Flugkapitän: 20 juli 1928[2]
- DLV Flugkapitän: april 1933[2]
- Major der Schutzpolizei: 1 april 1934[2]
- SS-Standartenführer: 14 oktober 1934[4]
- SS-Oberführer: 9 september 1934[4]
- Oberstleutnant der der Schutzpolizei: 1935[2]
- Oberst der der Schutzpolizei: 1937[2]
- SS-Brigadeführer en Generalmajor der Polizei: 30 januari 1944[2]
- SS-Gruppenführer en Generalleutnant der Waffen-SS: 24 februari 1945[2]
Decoraties
- IJzeren Kruis 1914, 1e en 2e klasse[2]
- Dapperheidsmedaille (Beieren) in zilver in juli 1918[2]
- Orde van Militaire Verdienste (Beieren), 3e klasse met Zwaarden en Kroon[2]
- Piloten Badge (Koninkrijk Beieren)[2]
- Ehrenbecher für den Sieger im Luftkampf[2]
- Anschlussmedaille[2]
- Medaille ter Herinnering aan de 13e Maart 1938[2]
- Sportinsigne van de SA in brons[2]
- Julleuchter op 16 december 1935[2]
- Commandeur in de Orde van Verdienste (Hongarije) in 1941
- Sint-Alexanderorde (Bulgarije) in 1941
- Ere-degen der Kommandostab Reichsführer-SS[4]
- Ehrenwinkel der Alten Kämpfer met Ster
- Ridder in de Militaire Orde van Savoye[2]
- Dienstonderscheiding van de NSDAP in zilver en brons[2]
- Danziger Kruis, 2e klasse[2]
- Ridder in de Orde van de Kroon van Roemenië in april 1942[2]
- Ridderkruis in de Orde van de Witte Roos (Finland)[2]
- Orde van het Vrijheidskruis (Finland), 2e klasse met Zwaarden op 4 juni 1942 - 6 juni 1942[2]
- SS-Ehrenring[4]
- Gouden Ereteken van de NSDAP[2] in 1943
- Orde van de Kroon van Koning Zvonimir, 1e klasse met Zwaarden in 1943[2]
- SS-Zivilabzeichen
- Dienstonderscheiding van de SS, 3e en 4e graad
- Erekruis voor de Wereldoorlog met Zwaarden[2]
- Duits Olympisch Ereteken[2]
- Flugzeugführerabzeichen[2]
- Gezamenlijke Piloot-Observatiebadge in Goud met Diamanten[2]
Bron
Referenties
|
20 april: | Hermann Göring · Heinrich Himmler |
21 april: | Robert Ley · Karl-Jesko von Puttkamer |
22 april: | Karl Gebhardt · Julius Schaub · Christa Schroeder · Johanna Wolf · Eckhard Christian |
23 april: | Albert Bormann · Theodor Morell · Hugo Blaschke · Joachim von Ribbentrop · Albert Speer |
24 april: | Walter Frentz |
28 april: | Robert Ritter von Greim · Hanna Reitsch · Walter Wagner |
29 april: | Bernd Freytag von Loringhoven · Gerhard Boldt · Rudolf Weiss · Wilhelm Zander · Heinz Lorenz · Willy Johannmeyer |
30 april: | Nicolaus von Below |
1 mei: | Wilhelm Mohnke · Traudl Junge · Gerda Christian · Constanze Manziarly · Else Krüger · Otto Günsche · Walther Hewel · Ernst-Günther Schenck · Hans-Erich Voss · Johann Rattenhuber · Peter Högl · Werner Naumann · Martin Bormann · Heinz Linge · Erich Kempka · Heinrich Doose · Hans Baur · Georg Betz · Ludwig Stumpfegger · Artur Axmann · Günther Schwägermann · Ewald Lindloff · Hans Reisser · Armin D. Lehmann · Josef Ochs · Heinz Krüger · Werner Schwiedel · Gerhard Schach · Hans Fritzsche |
2 mei: | Helmuth Weidling · Hans Refior · Theodor von Dufving · Siegfried Knappe · Rochus Misch |
Nog steeds aanwezig op 2 mei: | Erna Flegel · Werner Haase · Helmut Kunz · Fritz Tornow · Johannes Hentschel · Liselotte Chervinska |
Pleegde zelfmoord: | Alwin-Broder Albrecht · Ernst-Robert Grawitz · Adolf Hitler · Eva Braun · Joseph Goebbels · Magda Goebbels · Wilhelm Burgdorf · Hans Krebs · Franz Schädle |
Geëxecuteerd: | Hermann Fegelein |
Vermoord: | kinderen van Goebbels · Blondi |
Onbekend: | Heinrich Müller |